Al snel na de bange meidagen, hervatten de Nederlanders hun dagelijkse bestaan. De Bezetting voelde ongemakkelijk, maar het dagelijks leven was zo slecht nog niet. De economie draaide aanvankelijk beter dan in de jaren dertig. En nu maar hopen op een snel einde van de oorlog. Dat snelle einde kwam niet. De bezetters draaiden langzaam maar zeker de duimschroeven aan. De eersten die dat merkten waren de Joodse Nederlanders. Het joodse Amsterdamse meisje Anne Frank schreef erover in haar dagboek:
‘Jodenwet volgde op Jodenwet. Joden moeten een Jodenster dragen. Joden moeten hun fietsen afgeven. Joden mogen niet in de tram, Joden mogen niet meer in auto's rijden. Joden mogen alleen van 3-5uur boodschappen doen en alleen in Joodse winkels, waar ‘Joods lokaal’ opstaat. Joden mogen vanaf 8 uur 's avonds niet op straat zijn en ook niet in hun tuin zitten, noch bij kennissen. ‘
Al snel werd ook de vrijheid van meningsuiting aan banden gelegd. Met als gevolg dat al in 1940 de eerste illegale pamfletten en liedjes in omloop kwamen. De verzetssfeer van de Tachtigjarige Oorlog leek te herleven. In 1943 verscheen, ook illegaal uiteraard, een verzameling verzetspoëzie onder de veelzeggende titel ‘Geuzenliedboek’.
De omstandigheden waren tijdens die drie jaar bezetting al danig verslechterd. In 1941 schreef Jan Campert een gedicht naar aanleiding van het fusilleren van 18 verzetsstrijders op de Waalsdorpervlakte
Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.
De bezetter bemoeide zich overal mee. Zo bepaalden ze ook wat wel en niet gedrukt mocht worden. Begin 1942 werd door de Duitsers de Kultuurkamer ingesteld. Iedereen die in de cultuur werkzaam was en dat wilde blijven moest zich aanmelden. Joden uitgezonderd. Schrijvers die nu nog iets wilden publiceren hadden toestemming nodig van de Kultuurkamer. Hun boeken kregen dan een K-nummer. Op een rommelmarkt kun je die boeken met een beetje geluk nog altijd vinden.
Werken van schrijvers als Simon Vestdijk, Johan Brouwer en Jan Campert zul je er niet tussen aantreffen. Als ze konden doken ze onder. Soms werden ze opgepakt, zoals Simon Vestdijk die als gijzelaar naar het interneringskamp Sint-Michielsgestel werd weggevoerd. Johan Brouwer ging in het verzet, werd opgepakt en geëxecuteerd. Jan Campert werd opgepakt wegens hulp aan joden, en stierf in 1943 in het concentratiekamp Neuengamme. Over de bedoelingen van de bezetter kon geen misverstand meer bestaan.