Antarctica is bedekt met een dikke laag ijs. Dit ijs bevat informatie over de kwaliteit van de lucht van 10.000den jaren geleden. In dit onderzoeksstation wordt ijs uitgegraven van 2 ½ kilometer diepte.
Op Antarctica stapelt de sneeuw zich alsmaar op. Hierdoor ontstaat er grote druk op de onderste laag sneeuw, en die verandert daardoor in ijs. Op het moment dat het ijs wordt, komt er lucht vrij. Die lucht kan niet weg en komt vast te zitten in het ijs.
Als je door een microscoop naar het uitgegraven ijs kijkt, dan zie je heel veel luchtbelletjes tussen de ijskristallen. Deze grafiek laat zien dat ín die luchtbelletjes de hoeveelheid kooldioxide ieder jaar anders is.
In de 19e eeuw begon de mens olie en steenkool te gebruiken. Hierdoor is er steeds meer kooldioxide in de lucht gekomen, vooral na 1950. Die vervuilde lucht zit ook in sneeuw, en uiteindelijk dus ook in het ijs van Antarctica. De geschiedenis van onze industrie is af te lezen aan het ijs van Antarctica.