Hallo allemaal. Vandaag zijn we in, ja, waar zijn we eigenlijk?
Hartelijk welkom in het Muséon en we gaan zo meteen eens een kijkje nemen in de robotdierentuin.
Oh. De robotdierentuin?
Dat zijn…? Robots.
Robots ja.
Dit is het vogelbekdier. Wat heeft ie daar op zijn kop zitten, waar lijkt dat op?
Een vogelbekdier.
Ja, hoe heet dat?
Dat weet ik niet.
Het is een sna…?
Snavel!
Een snavel.
Een snavel, ja. Heel goed. En wat heeft ie hier dan, dat mag jij effe vertellen, wat heeft ie hier aan de zijkant zitten?
Eh, ja, een…
Waar vindt jij het op lijken?
Grote handen!
Tja, het lijkt op handen.
En wat kan ie met die handen heel goed doen?
Zwemmen!
Ja, daar kan ie mee zwemmen.
Heel goed!
Het zijn een soort zwemhanden of flippers.
Dus dit dier leeft onder…?
Water.
Ja.
Dit is het vogelbekdier, maar hij is nog niet helemaal af.
Nee, er zitten gekke (…) aan.
Even kijken hoe we dit vogelbekdier weer helemaal goed kunnen maken. Een snavel.
Ja, we moeten ‘m in elkaar zetten. Eerst de snavel erin. Zo, en dan zo’n flipper aan de zijkant. En dan zijn staart. Oho, het gaat goed! En nog een flippertje. Hoeplakkee, nou kan je zwemmen joh. Zo.
Nou, een applaus voor jezelf!
Jeeee! Wat is ie mooi geworden! Wow, wat zijn hier veel mooie dingen zeg! Oeh, je kan ‘m besturen.
Dit is een echte.
Een neushoorn.
Ja, dat is geen robot.
Hartstikke goed.
Oei.
Een neushoorn.
Groot is die hoorn hè?
Ja, een echte neushoorn met twee hoorns, een grote en een kleine.
Is deze neushoorn echt?
Ja!
Eh, nou… Nee.
Zit het hoofd op de goede plek?
Nee.
Nee. Ook niet, nee.
Kijk eens wat er gebeurt.
Hij gaat omhoog.
Zit ie nu goed?
Ja.
Ja?
Een beetje laag denk ik. Hij moet nog ietsje hoger denk ik. Ja, ja, zo is ie goed. Whoe, een vlieg. Een robotvlieg. Oei.
Wat vonden jullie het leukste vandaag?
Ik vond alles leuk! Dag, tot de volgende keer!