De opdracht is: koop 53 dingen van 5 Euro. Zet dat in een tabelletje, dan weet je hoeveel dat kost. Ja, maar wat kost nou tegenwoordig nog 5 Euro? Kaasschaven! Oké! 3 kaasschaven van 5 Euro kosten samen 15 Euro. 10 schaven van 5 Euro zijn dus samen 50 Euro. 50 schaven van 5 Euro kosten dus samen 250 Euro. Dus: 3 schaven is 15 Euro, 50 schaven 250. 53 schaven is dus 250, 15 erbij, 265 Euro! Briljant! Dan heb ik eigenlijk helemaal geen kaasschaaf nodig, want met zo’n verhoudingstabel kun je echt alles uitrekenen! 53 kaasschaven van 5 Euro is samen 265 Euro.