Ik ben Justin. Hallo, ik ben Isaak. Hallo, ik ben Madelon. We gaan samen met Flip paddenstoelen zoeken.
Ja, vandaag mogen met de boswachter mee naar het bos om paddenstoelen te zoeken. Ja, dat vind ik heel leuk!
Krijg je een natte broek? Ja.
Dit zijn er wel heel veel bij elkaar. Een hele grote paddenstoelenfamilie.
Deze staat wel op zijn kop.
Ja, ja, die is eraf gebroken. Maar dat is wel leuk, want dan kunnen we goed kijken hoe dat ze van onderen er uitzien. Dan leg ik mijn boekjes even weg, want ik had jullie… Kijk: spiegeltjes.
Ja, dat wou ik net zeggen.
Wat doen ze nou met dat spiegeltje?
Wat zie je in het spiegeltje? En dan kijk je in het spiegeltje…
Oh, ik snap het! Met zo’n spiegeltje kun je onder de paddenstoel kijken zonder dat je de paddenstoel af hoeft te breken.
Dit zijn zwavelkopjes jongens. Dit zijn er een heleboel.
Moet je nou naar deze kijken. Deze is keimooi.
Zo, weer gezien hè. Nu gaan we weer een stukje verder joh.
Naar boven?
Nee, we gaan naar beneden, want ik weet er daar verderop nog eentje te staan. En een hele mooie!
Wat is het mooi in het bos! En wat zijn er al veel paddenstoelen.
Hier, zie je? Hé, daar zie ik er eentje!
En hier heb je nog een mooie. Nou, komt er maar eens aan deze kant ook nog iemand. Ga maar zitten.
Hé, deze paddenstoel heeft geen steeltje. Het is meer een bolletje. Een aardappel.
Dit zijn geen zaadjes, het zijn sporen. Hier hebben ze nou met de voeten op gestaan, dus je kunt goed in de paddenstoel kijken. En als ze straks helemaal rijp zijn, dan gaan ze door de lucht zweven. En dan vallen ze op de grond en dan…
Oh, dat zijn piepkleine zaadjes.
Het gaat kriebelen aan je neus of niet? Hier ga je van niezen. Kijk: hupsakkee! Mooi hè Flip? Dat zijn sporen. Dus als we die gewoon terugleggen, dan vallen de sporen op de grond en volgend jaar staan er weer nieuwe paddenstoelen.
Kom, dan gaan we een beetje die kant op. Kijk wel uit, val niet over de takken.
Hé, jullie hebben alweer een nieuwe paddenstoel ontdekt zie ik hè.
Ja, met een steel. Met een steel ja. Ja. Een hele lichte met allemaal bruine plekjes erop.
Allemaal in een kringetje. Die staan in een kringetje, dat heb jij goed gezien.
Hé, dit is een soort paddenstoelendorpje. Ze staan allemaal in een rondje.
Het is een beetje slingerend, maar het is toch een soort kringetje. Dat zijn heksenkringen.
Heksen? Ja, heksenkringen.
Oh, die vind ik wel een beetje eng hoor.
Dat is toch een beetje, ja, die komen als het nat begint te worden en hè, dus vroeg donker, dan is toch altijd een beetje mysterieus, heksen, tovenaars hè, zulke dingen. Maar dat is helemaal niet waar, die groeien gewoon zo. Maar dit is de roestvlekkenzwam. Dat zijn allemaal bruine plekjes op een witte ondergrond, zie je dat? Vandaar roestvlekkenzwam. Goed zo, daar gaan we weer jongens, we gaan weer een volgende zoeken.
Ja, dat vind ik heel leuk!
Flip en ik.
Ja, jullie samen eigenlijk wel hè.
En ik ook!
Nou ja jongens, jullie zien het wel hè: dit is nou echt die paddenstoel met die rood met witte stippen.
Ja, een vliegenzwam.
Kijk: er zitten niet zoveel witte stippen meer op, maar er zitten er nog steeds op hè, zie je het? De vliegenzwam, ja, jij weet het al
Oh ja, dit is de echte paddenstoel!
Nou, bekijk ‘m maar eens van onderen hè.
Van rood met witte stippen.
♪Een grote paddenstoel, rood met witte stippen.♪
Dat liedje ken ik ook!
♪Zat kabouter spillebeen heen en weer te wippen. Krak zei de paddenstoel, met een diepe zucht, hoepla in de lucht!♪
Nu gaan we weer terug. Wat zijn er veel paddenstoelen in het bos. En allemaal zijn ze weer anders. Ik vond het heel leuk in het bos! Dag, tot de volgende keer!