Voor deze ronde ben ik speciaal voor jullie naar de supermarkt gegaan en heb ik allemaal boodschappen in mijn mandje gestopt. Jullie krijgen deze boodschappen zo meteen één voor één te zien en het is de bedoeling, dat jullie handig tellen hoeveel het er zijn. Nou, geinig! Ja?
Okay, ja. Nou, let goed op, we gaan beginnen! Yeah. Appels, ik zie 3 appels en nog een rijtje van 3 appels, dat zijn 6 appels. Hartstikke goed! Het eerste punt is binnen! Goed gedaan man! De volgende. Ja, Nee. Ja. Ja, weet je het? Ja, nee, ja, lekkere koeken! En een rijtje van 5 en nog een rijtje van 5 koeken, dat zijn 10 koeken! Heel erg goed! Jij gaat lekker, 2 punten voor Raaf! Yes! Okay, Raffi, wel snel drukken hè, want…? Ja, ik weet het, snel drukken hè.
Ja, heel goed. Zo dus hè? Okay, we gaan…Huppa! Dat is wel iets te vroeg gedrukt!
Het antwoord is 15. Eh, gokje! Nou, laten we dan maar gaan kijken of je goed hebt gegokt toch? Ja. Hé, maar kijk! Een rij van 5 knopen, dat is 5. Nog een rij van 5 knopen. Dat zijn 10 knopen en dan nog een rij van 5 knopen, dat is samen 15 knopen! Ik heb bonbons gekocht! Hoeveel zijn dit er? Nou, ja, nee, bonbons, heel veel bonbons! Hoeveel Raaf? Ja, het zijn er wel, even kijken, 3 rijtjes van 4, dus 4, 8 en nog een rijtje van 4, dat is 12! Dat is goed!Haha!
Yes! Maar Raaf, kan jij het ook op een andere manier tellen? Ja! Ja, als ik van boven naar beneden tel, dan zie ik, dat er 1, 2, 3, 4 rijtjes van 3 zijn en dat is dan 3, 6, 9, 12 bonbons! Ja, natuurlijk, ook 12! Heel erg goed!