Hallo allemaal. Vandaag ga ik iets leuks doen met Mowan en Kevin. Wop, whoo, we gaan eerst een stukje rennen!
Ik heb het nog koud. Ik ga winnen! Ik ga winnen! Ik ga winnen, ik lig voor! Hé, van wie is dit huisje? Hé jongens! Ha, jullie komen mij helpen? Ja. Nou, Flip is er ook. Ja, hallo ome Dirk.
Nou moeten jullie maar andere kleren eigenlijk aan hè, want je kan niet in je goede kleren. Want dit is allemaal een beetje modderig en een beetje zanderig, hè, dus dan gaan we een overall aantrekken hè. En een paar laarzen aan. Een overall? Ja, blijf maar even wachten. Zal ik even het overall pakken? Ja.
Nou, jij de blauwe en jij de rode. Dan pak ik even de laarzen hè voor jullie, want jullie moeten ook laarzen natuurlijk hè. Eh… Ja, heeft u voor mij ook een overall? Of niet? Gauw de laarzen aan. En laarzen misschien? Stoer hoor hé! Kom mee jongens. Oh, ik hoef geen overall aan en ook geen laarzen. Kom maar.
Hé, het huisje is helemaal van glas. Zo. Daar doen we zaadjes in en dan gaat het groeien, want het is wel lekker warm in een kasje natuurlijk. Dat is beter als buiten, want het gaat nog vriezen ’s nachts. Oh, dat heet een “kas” dus.
Dan hebben we daar die grond hebben we er staan en dan doe je het potje vol met grond. Doe dat maar eens. Kijk. Flip, zie je dat goed? Doen ze het goed? Eh, ja, ze doen het prima! Dat zetten we hier neer. Goed hoor jongens! Het gaat goed! Even twee gaatjes erin maken.
Ik wil wel meehelpen. Mag dat? Ja! Even kijken hoor. Helemaal vol met grond. Hoepakkeetje. Zo. Nog een beetje erbij. Ik had misschien toch beter een overall aan kunnen trekken. En dan gaatjes erin. Gaatjes er ook in, niet helemaal tot…, niet zo erg diep hoor, de zaadjes moeten niet zo erg diep erin.
Oh, okay. Dus een klein gaatje maken en dan het zaadje erin? Zo, dat gaat goed. Een zaadje. Eén zaadje, hoeps, daarheen. En hopla, die zit. Een beetje aandrukken. Zo. Die is ook klaar. Nou, nog eentje en dan is die vol. Ja. Het gaat goed hè. Hoepsakkee. Zo. En nu?
Ach natuurlijk, water! Er moet water bij die zaadjes, anders kunnen ze niet gaan groeien. Bijna helemaal vol. Doe ‘m er maar goed onder. Ja. Er zit wel genoeg in denk ik. Ja, hij wordt een beetje al zwaar. Ja, natuurlijk. Best zwaar, zo’n gieter. Die is zwaar, is dit zwaar, mag ik eens even? Je moet ‘m een beetje hoger houden, dan kan je makkelijk gieten. Dan komt het water er beter uit. Goed, ja, oh, ja, het lukt. Maar hij kan er nou echt niet bij. Jawel. Het gaat goed hoor jongens!
En nou gaan ze groeien natuurlijk, maar dat duurt wel een paar weekjes en dan worden ze zo. Zie je wel? Dan komen ze er allemaal uit. Kijk eens! Zie je wel, daar komen ze allemaal bovenuit. Ja! En dan groeien ze en dan later worden het… Ik zie het.
Hier zijn drie gaatjes. Ja, dat zijn er drie, ja. Dus eerst zitten er zaadjes in een potje en dan komen er plantjes uit! Zo, nou, nu moeten ze een tijdje groeien en laten we ze dus in de kas. Pfoe, ik heb er wel dorst van gekregen. Het was heel leuk hè jongens?
Tot de volgende keer. Dag, tot de volgende keer! Dag! Dag, tot de volgende keer! Oeh, ik ben nu wel heel erg vies geworden zeg!