In de jaren 80 worden radio en MTV gedomineerd door gladde popbands met muzikanten met veel make-up, hoge haardossen en schoudervullingen. Maar er is op kleine, onafhankelijke radiostations ook een nieuw geluid te horen. Een combinatie van punk en heavy metal met teksten die gaan over het leven van alledag en waar veel jonge luisteraars zich in herkennen.
Onder het kleine platenlabel SubPop uit Seattle vallen veel bandjes die deze muziek maken. En dat is niet toevallig. Seattle met zijn lange, grijze winters en ver weg van andere grote steden maakt dat veel beginnende muzikanten zich storten op de rauwheid en eerlijkheid van grunge.
Eén van die bands is Nirvana, met zanger Kurt Cobain als voorman. Hun eerste album doet het goed, maar vooral het tweede album Nevermind verovert in 1991 de wereld. Door de wereldwijde nummer 1 single Smells Like Teen Spirit is de grunge in korte tijd bij veel mensen bekend.
Ondanks het succes van andere grote grungebands als Pearl Jam, Soundgarden en Alice in Chains is Kurt het icoon van de Grunge. Iets waar hij maar moeilijk mee om kan gaan.
In 1994, op 27-jarige leeftijd, maakt hij een einde aan zijn leven. Maar de muziek waar hij ongewild het boegbeeld van is, leeft ook na zijn dood onverminderd voort.