Nog EEN blokje. Pas je wel op, Woezel. Hij is zo mooi geworden. Voorzichtig, straks valt hij om. Nee, het lukt wel. Zo. Wauw. O, hij is echt heel hoog en mooi geworden. Zullen we hem aan molletje laten zien? Ja, Molletje! Molletje! Molletje! Waar zit je? Molletje! Molletje! Molletje, kom je kijken? Molletje? Molletje? Hij is er niet, Pip. Misschien is hij wel weer op reis. Molletje! Waar ben je? Ik was op zoek naar een hoge toren. En toen hoorde ik deze. Wauw, dat klinkt mooi! Ja, deze toren maakt muziek. Ik zoek nog een grotere. Maar Pip, onze toren is toch heel groot! Molletje! Waar ben je nu? Ik zie nu een hele mooie toren. Hij staat wel heel scheef. Dan moet hij naar onze toren komen kijken. Die staat recht overeind. Hee, Molletje! Ik zoek nog even verder. Waar zou hij nu zijn? Wow. Wat zie je, molletje? Ik zie een hele grote toren. Veel groter dan die andere twee. En hij is helemaal gemaakt van ijzer. En hij is echt ontzettend hoog. Zo hee. Hee, Molletje, als je pas echt een hoge toren wilt zien... dan moet je terugkomen naar de tovertuin. Die is gemaakt van blokken. Nog hoger? Dat kan toch niet. Hij is wel heel hoog. Kom maar, molletje. Moet je komen. Wat hebben wij toch een mooie toren, he Woezel. O! Wat?! Hallo, Pip. O, hallo Woezel. Waar is nou die mooie toren die jullie wilden laten zien? Molletje, die heb je zojuist omgegooid! En hij was net zo mooi! Sorry. Geeft helemaal niks, hoor. Weet je wat? We bouwen een nog veel hogere toren. Ja! Kom op, we gaan blokjes zoeken.