Stap maar in, stap maar in, in mijn tijdmasjien.
We reizen samen vliegensvlug
een heel stuk in de tijd terug.
Kijk, daar zit een ridder in zijn harnas op een paard.
Hij heeft een mooie helm en ook een heel gevaarlijk zwaard.
Wat zou een ridder eten?
Ik zou het echt niet weten.
We gaan het even vragen, dus kom maar met me mee.
We gaan samen bij een ridder op de thee.
Stap maar in, stap maar in, in mijn tijdmasjien.
We reizen samen vliegensvlug
nog verder in de tijd terug.
Kijk, daar loopt een jager met een grote houten speer.
Die is om mee te jagen op een wolf of op een beer.
Wat zou een jager eten?
Ik zou het echt niet weten.
We gaan het even vragen, dus kom maar met me mee.
We gaan samen bij een jager op de thee.
Stap maar in, stap maar in, in mijn tijdmasjien.
We reizen samen vliegensvlug
nog verder in de tijd terug.
Kijk, daar loopt een dino en hij brult zo hard hij kan.
Is het een dinovrouwtje of misschien een dinoman?
Wat zou een dino eten?
Ik wil het echt niet weten.
We gaan het hem niet vragen, dus kom maar met me mee.
Want ik durf niet bij een dino op de thee.
Stap maar in, stap maar in, in mijn tijdmasjien.
We reizen samen vliegensvlug
naar onze eigen tijd terug.