Het publiek van lezers bleef vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog gestaag groeien. Steeds meer mensen waren goed geschoold en die bouwden vaak hun eigen bibliotheekje op.
De Nederlandse huizen puilden soms letterlijk uit van de boeken. Mensen konden het zich permitteren. Ze kregen steeds meer te besteden, boeken werden relatief steeds goedkoper. Desnoods werden ze tweedehands gekocht of geleend in de Openbare Bibliotheek. En wat misschien wel de belangrijkste succesfactor was: mensen kregen steeds meer vrije tijd. En dus meer tijd om te lezen.
Maar leeshonger is niet iedereen gegeven, lezen is een vaardigheid, een kunst misschien wel. Het vraagt om zitvlees, tijd en het belangrijkste van alles: een aantrekkelijk boek. En dat moet je maar kunnen vinden.
Veel enthousiaste lezers raakten voor het eerst gegrepen door literatuur op de middelbare school. Als sinds jaar en dag worden daardoor leerlingen literatuurlijsten afgewerkt. Voor de één gaat daardoor een wereld open, voor de ander is het een ellendig blok aan het been.
Zoveel boeken, het worden er steeds meer. Vind als lezer in die onafzienbare stroom maar eens het boek dat bij jou past. Verhalen kunnen je grijpen en meeslepen. Maar even zo goed buiten laten staan. Alsof de verteller een andere taal gebruikt. Verhalen nemen steeds meer vormen aan. We vertellen en we luisteren. We lezen en we zien, ja, we leven verhalen.
Popsongs, Raps, soapseries, je Facebookpagina. Met personen die echt zijn of bedacht. Ze hebben een wijze les of juist helemaal niet. En soms lijkt er niets veranderd sinds de tijd dat iemand in een kasteelzaal of op een marktplein begon te vertellen of te zingen en al zijn luisteraars meenam naar een andere tijd, een andere wereld.
Nou, kan het je wat vertellen hè. Over een jazzmuzikant, Brew Moore, wat die is overkomen. Altijd aan de (…). Hij stierf in Kopenhagen hè, Brew Moore. Een begenadigde Noor uit de school van (…) de Jong. Hij stierf in Kopenhagen zoals hij had geleefd: straalbezopen, geen stuiver op zak, met een gebroken nek onderaan de keldertrap.
Digitale media beheersen steeds meer ons leven. En de grenzen tussen de kunsten vervagen. En zo is literatuur aan het begin van de 21ste eeuw overal en voor iedereen. En lezen doet iedereen nog altijd op zijn eigen manier.
Sloot de gordijnen en begon zich uit te kleden. Toen hij gereed was trommelde hij zich met de vuisten op de borst en betastte zijn lichaam. Hij kneep in het vel van de nek, in de buik, in de kuiten en de dijen. “Alles is voorbij”, fluisterde hij, “het is overgegaan, het jaar is er niet meer”. “Konijn, ik ben levend, ik adem en ik beweeg, dus ik leef, is dat duidelijk?”. “Welke beproevingen ook komen, ik leef”. Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. “Het is gezien”, mompelde hij, “het is niet onopgemerkt gebleven”. Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.