Tijdens het kraken van aardolie ontstaan verschillende kleine moleculen: de monomeren. Deze monomeren kunnen weer gemakkelijk met elkaar verbonden worden tot een lange keten. Dit proces noem je polymerisatie.
De meeste kunststoffen worden uit 1 type monomeer gemaakt. Het eenvoudigste monomeer is etheen. Een initiator is nodig om de polymerisatie reactie op gang te brengen. De dubbele binding in etheen springt open, de koolstofatomen krijgen hierdoor een bindingsmogelijkheid. Uit kleine monomeren etheen ontstaan zo lange macromoleculen polyetheen. Dit proces wordt additie-polymerisatie genoemd.
Polyethenen, ook wel polyethylenen genoemd, zijn grondstoffen voor veel producten zoals: shampooflessen, boterhamzakjes, vuilniszakken en kunstgras. De grondstof voor de grasmat is een speciaal soort polymeer, een zogenaamd polyethyleen co-polymeer.
Tijdens de polymerisatie worden etheen moleculen aan elkaar gekoppeld. Er worden kleine hoeveelheden co-monomeren toegevoegd, namelijk octeen. Een speciale katalysator zorgt ervoor dat er een keten ontstaat van etheenmoleculen met af en toe een octeenmolecuul.Door het inbouwen van deze octeen co-monomeren wordt de structuur van het polyethyleen veranderd.