Voor Manette Zeelenberg is de natuur materiaal met een grote zeggingskracht. Als beeldend kunstenaar en vormgever maakt Manette wilgenkunst.
"Nou, het aardige van wilgen is dat ze heel sterk zijn en buigzaam. En die combinatie heb je niet veel met andere bomen, die breken. En wilgenbomen, die kan je dus buigen in bepaalde vormen en zonder dat ze breken, waardoor je dus als vormgever een hele vormvrijheid hebt om verschillende modellen daarvan te maken. En die krachten die interesseren mij ook sowieso als mens, iets wat sterk en buigzaam is, dat overleeft. En die overlevingskracht van de wilg is zó groot, dat zelfs als je op een hele armzalige grond de wilg in de aarde plant, dan loopt ie nog uit."
"Wat ik nu met die wilgen doe, dat is echt het vlechten van gebouwen eigenlijk en het is zo mooi om dunne takken die als eenling eigenlijk niks voorstellen in kracht, maar door die met elkaar te verbinden kan je hele sterke en hele stevige bouwwerken maken."
"Nou ja, wat mij fascineert van dit werk om het ook in openbare ruimten hè, dus op verkeerspleinen te zetten, is dat je de tegenstelling tussen leven en dood heel erg ziet. Zo’n verkeersplein, dat noemen ze ook “grijze omgeving” hè, heel erg veel asfalt en beton en om dan midden op zo’n verkeersplein juist zo’n levend kunstwerk neer te zetten, dan krijg je de contrastwerking" maximaal.
"Als d’r een eindigheid aan een kunstwerk zit, hè, dus dat het doodgaat, dat vind ik op zich ook eigenlijk wel logisch: het is een levend kunstwerk en dat kan ook doodgaan. Enerzijds vind ik het jammer, dat mijn kunstwerken een beperkte levensduur hebben, aan de andere kant vind ik het niet jammer, want symbolisch gezien het proces van leven-dood-levend vind ik ook prachtig."