Nederland is een rechtsstaat. Dat betekent dat de burger beschermd wordt tegen willekeur van de overheid. Paul Cliteur: “Een rechtsstaat dat is een staat die zichzelf gebonden acht aan het recht. Dus niet alleen mensen, gewone burgers zijn aan het recht gebonden, moeten zich aan d wet houden, maar ook de staat zelf. Dat is het basale kenmerk van een rechtsstaat”. In een rechtsstaat heeft de burger grondrechten. Grondrechten beschermen de burger tegen overheidsbemoeienis en staan vermeld in de Grondwet. Een aantal voorbeelden: Art. 1: hierin staan het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod: iedereen in Nederland, ongeacht godsdienst, levensovertuiging, afkomst, geslacht of seksuele oriëntatie, heeft dezelfde rechten. In artikel 6 wordt de godsdienstvrijheid gegarandeerd en in artikel 7 de vrijheid van meningsuiting. In een rechtsstaat zijn er onafhankelijke rechters, die voor het leven worden benoemd. Ze kunnen dus niet worden ontslagen als hun uitspraken niet naar de zin zijn van de regering. Als burger heb je dus altijd de garantie dat een inbreuk op je grondrechten door de overheid door een neutrale rechter beoordeeld zal worden.