Hoi, ik ben Job en dat is mijn instrument.
Toen ik klein was, toen wou ik ook een instrument, dus eh toen ging ik naar de Open Dag van de Muziekschool en daar hebben we een eh…, zag ik de cello en meteen vond ik het al helemaal geweldig. Toen kon ik al niet wachten om op Muziekles te gaan.
Ja, in het begin klonk het natuurlijk wel vals, want dan heb je het nog helemaal niet te pakken.
Als je in het begin cello gaat spelen, dan is dat eigenlijk wel te vergelijken met voetballen, want eh nou, met in de cello klinkt het in het begin nog hartstikke vals, want je moet die basistechnieken nog leren. En met voetbal begint in het begin vliegen de ballen alle kanten op en dan ga je trainen, trainen en dan op een gegeven moment is het een makkie om de bal in het doel te schieten, en dan met de cello gaat het eigenlijk ook zo, dan heb je het goed in je vingers.
Het klinkt nu wel heel mooi vind ikzelf. Het is natuurlijk ik zit er al wat jaren op en dan begin je het ook steeds leuker te vinden. Je voelt wel eh dat.., dat het automatisch gaat op een gegeven moment als je het goed in je vingers hebt zitten, dus dan vergeet je eigenlijk alles om je heen, eh, soms vergeet je dat er publiek is als je aan het voorspelen bent of zo.
Ik speel nu een stuk en dat heet de Tarantella.
Eh, nou, dit stuk, de Tarantella, dat verhaal dat erachter zit is eigenlijk een dat het een soort dans is, want als je wordt gestoken door een tarantella, dat is een giftige spin, dan heb je opeens geen controle meer over je spieren en dan vlieg je alle kanten op voordat je dood neervalt eigenlijk, dus.
Dit was het! De mazzel!