Dit is het beroemde Torentje van het Binnenhof. Dit is de werkplek van de minister-president.
Dit is wel heel vet hoor. Ja, klein en simpel. Geen poespas. Ik zie niet eens een computer, jongens. Maar wel een heel groot bureau.
Meneer Rutte, welkom. Ja, goed u te zien. Wat leuk. Is het Torentje een fijne werkplek? Bizar fijn. Omdat... Het is heel klein. Mijn buitenlandse collega's hebben van die enorme paleiszalen. En dan komen ze hier en dan zeggen ze: Joh, leuk die bezemkast, waar is je kantoor? Maar dit is gewoon wel 14e eeuw. Dat stukje van het gebouw is heel oud.
'Mevrouw de voorzitter, ook voor mij geldt...' 'Dit laat de kloof zien die er is... Als ik minister-president was...' 'Het is nodig om ervoor te zorgen dat het voor mensen met een beperking...'
De Tweede Kamer in Den Haag. Vanaf deze plek wordt Nederland geregeerd. Hier kun je echt goed zien hoe onze democratie in de praktijk werkt. En daar zit tijdens de debatten onze minister-president. Premier Mark Rutte oftewel de baas van Nederland. Maar ja, wat doet die minister-president eigenlijk? Mag hij alles zelf bepalen? Weet hij nou werkelijk overal iets van af? En is hij eigenlijk wel de baas?
Democratie is eigenlijk een Grieks woord. Demos betekent 'volk', dus dat het volk het zegt. Dus in Nederland bepaalt het volk en niet één man of vrouw. Op straat is het wel vaak zo dat ouders zeggen tegen hun kinderen: Daar loopt de baas. Dan is mijn antwoord altijd: nee, de baas is jouw vader of moeder. Dat is de kiezer, dat is de baas.
Hier in de Tweede Kamer kun je goed zien hoe dat regeren van Nederland georganiseerd is. In deze halve cirkel zitten de Kamerleden, precies 150 stoelen, zetels. En die zetels worden door middel van verkiezingen verdeeld over de politieke partijen. Deze Kamerleden controleren met zijn allen of de regering, die daar zit, het eigenlijk wel goed doet.
Hier vooraan zit het kabinet van ministers. En daarom heet dit ook wel vak K. In Nederland is er voor elk belangrijk onderwerp een minister. Zo heb je 'n minister van Onderwijs, minister van Volksgezondheid, Financiën, Buitenlandse Zaken. In totaal zijn het er 12. Elke minister heeft zijn eigen stoel hier in vak K. Dit hier is de plek voor de belangrijkste minister, de minister-president, de aanvoerder van vak K. De eerste minister oftewel de premier.
Om nou precies te weten hoe die markt in Nederland verdeeld is, moeten we even de geschiedenis induiken. Op zoek naar een belangrijk papiertje uit het jaar 1848. Het begin van de democratie in Nederland. Hier in het Nationaal Archief in Den Haag ligt de originele met de hand geschreven grondwet van 1848. Toen al werden de belangrijkste spelregels voor onze regering opgeschreven.
Helemaal in het begin was de koning ook echt de politieke baas. We hebben een grondwet in Nederland, waar alle afspraken in staan. En die grondwet is toen gewijzigd. Toen is gezegd: De macht ligt in de Kamer, bij het volk.
De allereerste Nederlandse minister-president was Johan Rudolph Thorbecke. Hij schreef zelf deze nieuwe grondwet. Hierin ontwierp hij hoe er door middel van verkiezingen macht aan het volk wordt gegeven. Ja, dit is 'm gewoon. De grondwet. Ondertekend door koning Willem II. Met die handtekening deed hij dus afstand van zijn directe macht en gaf deze aan het volk. Dus dit is echt de basis van onze democratie in Nederland. Hoeveel leden telt de Tweede Kamer? Hoe vaak zijn er verkiezingen? Hoe maken we een nieuwe wet? Alles staat hierin.
Thorbecke is wel echt een beetje uw held volgens mij. Het was een hele eigenwijze man. Een beetje een ijdeltuit, eigenwijs. En hij kreeg dingen voor elkaar. Want je moet je eens voorstellen, als iedereen die kant oploopt en één zegt: Ho, we moeten die kant op, dan moet je verdraaid eigenwijs zijn. Dat was hij. En ik vind dat wel leuke mensen. Eigenwijze mensen? Ja, mensen die de andere kant oplopen, die een beetje revolutie starten.
Hier in de Tweede Kamer gaat het echt over allerlei onderwerpen. Van politie tot ziekenhuis, van luchtvervuiling tot wegenbouw. Maar hoe kan die minister-president nou over al die onderwerpen beslissingen nemen? Kortom, waar haalt hij zijn kennis vandaan? Nu is het zo dat de minister-president zijn eigen ministerie heeft. Het ministerie van Algemene Zaken. Dat moet je eigenlijk een beetje zien als het organisatiebureau van al het planwerk van alles wat met de regering te maken heeft. Paul Huijts is de secretaris-generaal van Algemene Zaken, zeg maar de baas van het ministerie. Meneer Huijts. Dag. Mag ik binnenkomen? Ja, natuurlijk. Hoi. Hoi, leuk om jou te zien. Insgelijks. Fijn dat u even tijd voor ons kon maken. Wat heeft u een prachtige ruimte zeg. Ja, mooi, hè. Echt bijzonder om hier te werken. Zijn er veel mensen die de premier helpen om beslissingen te nemen? Dit is het kleinste ministerie wat er is in Den Haag. En daarbinnen zijn zo'n 20 mensen die de minister-president alle informatie geven die hij nodig heeft om samen met andere ministers besluiten te kunnen nemen. Zijn er nou nog meer mensen bij betrokken? Ja, er werken nog veel meer mensen hier. Allerlei soorten. We hebben chauffeurs. We hebben mensen die de agenda van de minister-president bijhouden. Er komen honderden brieven per jaar binnen, die moeten beantwoord worden. Hij moet heel veel speeches houden, die moet iemand schrijven voor hem. Hij kan het zeker niet alleen, daar zijn wij voor.
Zonder hen zou het niet gaan. Dat gaat niet. Ik heb nu wel wat meer ervaring, maar je moet zoveel weten van die onderwerpen, dat lukt mij nooit in mijn eentje. En zij weten echt alles van zo'n onderwerp, zijn creatief en hebben er ook lol in om dan weer de oplossing te zoeken. Het zijn vaak kleine puzzeltjes leggen en dat doen zij.