We gaan lijmen!
Daarvoor heb je nodig: hout, houtlijm, een vochtig doekje, een lijmklem, een hamer en twee dunne spijkertjes, een tangetje en een wekker.
Hout kan je aan elkaar vastmaken met spijkers of met schroeven, maar dan zie je ze nog zitten.
Als je dat niet mooi vindt, of niet handig, kun je lijm gebruiken.
Met lijm blijft het vastzitten zonder dat je het ziet.
Voordat je gaat lijmen zorg je ervoor dat je werkplek stofvrij is. Dat kan met een vochtig doekje.
Dit witte spul is houtlijm.
De lijm smeer je over wat je wil lijmen. Dat kan gewoon met je vinger. Niet teveel en niet te weinig.
Veeg je vieze vinger af aan het vochtige doekje. Pas op, laat het niet op je kleren komen, want je krijgt het er niet uit.
Bovenop aandrukken, lijmklem er omheen en rustig, heel rustig, laten drogen.
Komt er een beetje lijm tussenuit, pak dan je doekje, of een stukje papier, en veeg het voorzichtig weg. Mooi zo, netjes werken hoort erbij.
Heb je geen lijmklem? Geen paniek! Je kan er ook gewoon iets zwaars opzetten.
Als je nou niet wil dat het gaat verschuiven, pak dan twee kleine dunne spijkertjes. Die timmer je erin, niet helemaal, een klein stukje. Pak dan een tangetje, knip de spijkertjes er bijna helemaal af. Naar beneden richten, ogen dicht! Niet helemaal afknippen, maar zo dat er nog een klein stukje uitsteekt. Smeer wat lijm op het blokje, plankje erop, even kloppen met de vlakke kant van een hamer en dan kan de klem erop.
Hoppatee!