Deze keer maken we een slagorgel. Daarvoor heb je nodig: buizen van verschillende lengte, een ijzerzaagje, sterk plakband, bochtjes voor de buizen en een badslipper. Geluid komt door trilling, ook bij slaginstrumenten. Hoe sneller de trilling, hoe hoger de toon. Bij ons instrument wordt de toon bepaald door de lengte van de buis. Aan de slag. Zaag de buis door, zodat je twee stukken van verschillende lengte hebt. Maak de bochtjes eraan vast. Hoor je? de kortere buis maakt een hoger geluid dan de lange. Plak de buizen vast aan tafel, ook eentje die je niet doorgezaagd had. Dan heb je drie verschillende tonen. Pak een badslipper. Daarmee kan je het beste op de opening slaan. En voor de meester of juf hebben we een extra dikke gemaakt. Hoppatee!