Fahd: “Dassen leven toch in het bos? Maar hoe ziet zo’n dassenburcht er eigenlijk uit?”
Dassenverzorger: “Ho, pas op! Voorzichtig. Je was bijna in een hol getrapt en hier kun je ook wegzakken trouwens.”
Fahd: “Wat voor hol?”
Dassenverzorger: “Een oud dassenhol.”
Fahd: “Is dit een dassenburcht?”
Dassenverzorger: “Ja. Dit allemaal. Deze is dan niet echt in gebruik maar daar meer naar boven toe wel. Maar hier is de rest van de burcht. Moet je kijken.”
Fahd: “Wauw.. Hoe weet je nou of dit nou een bewoond hol is?”
Dassenverzorger: “Nou dat kun je heel goed zien, er is vannacht heel veel grond uitgewerkt hier zie je zijn teen en voetafdrukken nog staan. En hij verliest ook als hij zich uitschut na het graven heel vaak niet alleen zand maar ook wel een haar die links en rechts los zit. Hier zie je een dassenhaar, is best lang, kijk zo lang. En die werden vroeger gebruikt om scheerkwasten van te maken.”
Fahd: “Oja, kunnen ze ons nu ook horen?”
Dassenverzorger: “Als hij niet te diep zit, want ze kunnen hier, kijk het water is daar pas, ze kunnen hier dus een meter of 2, 3, 4 makkelijk diep zitten. En dan langs allerlei bochten en gangen. Dus het hangt er van af. Maar als hij dicht bij deze uitgang een kamer heeft dan hoort hij ons en is hij wakker."
Fahd: “Maar hij kan ons wel ruiken?”
Dassenverzorger: “Hij kan ons ruiken, als de wind daarin is dan zijn ze nu allemaal.. “snif” “snif” “snif”.
Fahd: “Aan het snuffelen.”
Dassenverzorger: “En dan zijn ze waakzaam. Hier heb je weer en hol, zie. Een hele bult zand er uit. Hier heb je er nog een.
Fahd: “Hé, maar wat is dit dan?”
Dassenverzorger: “Dat is beddengoed.”
Fahd: “Beddengoed?”
Dassenverzorger: “Het is daar naar buiten gebracht, zie je dat? Liggen ook nog restjes. Het is hier gewoon te drogen gelegd twee hopen. En dan gaat het vannacht weer mee naar binnen.”
Fahd: “Oké.”
Dassenverzorger: “Het is een beetje dampig natuurlijk daar onder in de grond hè?”
Fahd: “Een soort dekbedje?”
Dassenverzorger: “Ja, luchten.”
Fahd: “Wat leuk!”