Door dit bos loopt een kleine rivier. Nou ja, het is eigenlijk meer een beekje. Want het is niet erg groot en ook niet erg diep. Op sommige plekken wordt het beekje een kleine vijver. Dat gebeurt op plekken waar het water zich verzamelt. In de vijver groeien waterlelies. En wie zit er zo te kwaken? Oh ja, de kikkers! Maar deze vijver heeft ook een paar bewoners die kunnen vliegen. Dit is er een. En nog een. Weet je hoe dit dier heet? Een libel. Libelles kunnen heel snel vliegen. Libelles hebben vier grote vleugels. Hun hoofd kan goed bewegen, dat zie je nu heel goed. En die grote bruine vlekken? Dat zijn ogen. Ja, die zijn echt gigantisch. Kijk, ze maakt met haar voorpoten haar ogen schoon. Daaronder zit haar mond. Die zie je af en toe open en dicht gaan. Maar het leukste aan de libel zijn toch de vleugels. Want daarmee kunnen ze beter vliegen dan bijna ieder ander dier op deze planeet. Wow, dat gaat heel erg snel. Tijdens het opstijgen en landen beweegt de libel haar vleugels zó snel dat je ze niet eens meer kunt zien. Gelukkig kunnen wij het je laten zien
in slow motion. Zo ziet het er uit als we het heel langzaam afspelen. Eerst beweegt het ene paar vleugels, dan het andere. En dan stijgt ze op. Het lijkt wel of ze achteruit vliegt! De libelle kan ook recht omhoog opstijgen. En op de plaats blijven hangen. Ze kan zelfs plotseling van
richting veranderen. Net als een helikopter! Kijk, nou gaat ze landen. Zo. Maar in het echt gaat dit supersnel. Libelles vliegen ook graag samen. En nog eens, extra langzaam. Hier zien we de eerste libelle op de tak gaan zitten. En daar is de tweede. Ze stijgt op… en landt weer. Net als een helikopter. Het lijkt wel alsof de ene wil zeggen: vlieg je met me mee? Gelukt. Nu vliegen ze samen. Libelles zijn echt heel bijzonder.