Superjuffie, Notje, Zsa Zsa, Ouders zijn gek; allemaal boeken geschreven door Janneke Schotveld. Maar als deze boeken zijn natuurlijk ooit een keer met een idee begonnen. Janneke, je haalt wel eens wat inspiratie uit je eigen leven en schrijft dat op, maar hoe maak je daar een goed verhaal van? Ik wil tips! Tip 1: Verzin een hoofdpersoon. En verzin hoe die eruitziet, zoals Superjuffie, die een superheld is. Als ze superjuffie is heeft ze een cape aan en hoge hakken. Botje, toen ik had bedacht dat ze twee gloeilampjes op haar hoofd had, wist ik dat een meisjesrobot was. Dus verzin een hoofdpersoon. Tip 2. Je hoofdpersoon moet iets willen of moeten. Superjuffie wil dieren redden, Botje mag niet gezien worden. Dus je hoofdpersoon moet echt een doel hebben. Maar….dat gaat niet vanzelf! Tip 3. Zorg dat je hoofdpersoon in de problemen komt. Dat ie iets wil of moet wat niet vanzelf gaat. Superjuffie wil dieren redden maar dan moet ze de klas alleen laten en meester Snor mag het niet weten. Dan heb je drie goeie tips en kan je beginnen met schrijven. Ja, dat kan ook. Het eerste stukje gaat bij mij ook vaak makkelijk. En dan? Tot het niet meer gaat. Wat doe je dan? Tip 4. Dan pak ik een schrift en ga ik voor me uit zitten schrijven net zolang tot het weer gaat en dat gaat dan zo. Maar hier staat AAA. Is dat het begin van een boek? Dat is dat het niet lukte. Volledig in paniek. Dus eigenlijk schrijf je gewoon je gedachtes hier. Eigenlijk mag niemand dit zien, en schaam ik me er een beetje voor. Soms kom ik op een heel goed idee en teken ik een lampje, en moet ik het onthouden. En als het echt niet meer lukt ga ik iets heel anders doen, de tuin, grassprietjes uit de grond trekken, de hond uitlaten. Echt even iets anders doen. De vijfde tip. Wat op school niet mag maar als schrijver wel: spieken hoe anderen het doen. Veel lezen dus. Beter goed gejat dan slecht verzonnen, maar: niet overschrijven, dat is niet de bedoeling. Nee.