Veel hoefdieren hebben opvallende versierselen op hun kop. Denk aan de hoorns van koeien, of het gewei van herten. Hoorns en geweien hebben ongeveer dezelfde functie, maar zien er anders uit.
Hoorns komen voor bij runderen, schapen, geiten en antilopen. Ze vormen samen de groep van de holhoornigen.
Ook horens beginnen als knobbels op het voorhoofd. Die knobbels groeien uit tot hoorns, de hoorn wordt ook wel de hoornpit genoemd. De hoornpit is een bot vol holten. Die wordt met de jaren steeds groter.
De hoornpit is bedekt met huid. Die vormt aan de buitenkant hoornstof of keratine, dat is dezelfde stof als waaruit je nagels en haren bestaan. Onder de oude laag keratine ontstaat elk jaar een nieuwe laag, die naar beneden uitgroeit. Zo wordt de punt steeds verder omhoog geduwd. Hoorns vallen niet af, zoals een gewei. Hoorns bestaan er in allerlei vormen en maten.