En dan nu: het bouwen van een waterdichte slaaphut met natuurlijke materialen.
Dit is de hoofdstam, eigenlijk de rug van de hut. Die moet sterk en stevig zijn, met een vork aan de voorkant. Dan de twee hoofdsteunen, ook met een vork aan de voorkant. Die twee zijn heel belangrijk. Die moeten sterk zijn. Til deze even op, dan gaan we even bepalen hoe hij komt te staan. Je mag die daar in het gat steken. Zo, hierzo. Deze twee steunpilaren moeten eigenlijk gewoon heel sterk zijn, want die moeten het gewicht dragen. Nu moeten we checken of hij groot genoeg is. Ik duik er even in, hoor. Oef. Eens even kijken… Ja, helemaal goed. Dan gaan we nu een lijn trekken van de achterkant naar de voorste pilaar, zodat je weet waar die zijtakken straks in komen te zitten. Wat je doet is heel belangrijk, je zet hem op de lijn tegen de stam en je zorgt ervoor dat hij er recht tegenaan staat. Dus niet schuin, maar gewoon recht er tegenaan, dan staat hij het stevigst. Dus belangrijk dat je er ook goed recht voor zit. Ja, precies. En dit is minutieus werk, want het moet goed zitten. Dit ziet er goed uit. Wat we nu moeten doen, is dode bladeren uit het bos verzamelen en hier tegenaan zetten. Strak en netjes en steeds meer bovenop. Dus we zijn nog wel even bezig? Dit is het meeste werk. Als je heel laag bij de grond werkt en bouwt aan een hut, moet je echt ’s avonds nog een tekencheck laten doen. Oké. Als het heel warm en mooi weer is, maar wel met kans op regen, laat je deze kant gewoon open staan. Dit is de zomerversie? Ja. Maar omdat het gaat regenen vannacht en koud is, gaan we hem helemaal dichtmaken. Aan de slag! Hier heb ik mooie takken. We gaan door! Zo, volgens mij zijn we er wel. Een hut verwarm je eigenlijk alleen maar met je eigen lichaamswarmte. Daarom moet je hem zo klein mogelijk maken, dan blijft de warmte veel beter vast.