Deze zwaluwen kondigen de lente aan. Ze hebben een lange reis achter de rug. Helemaal vanuit het warme Afrika. Het zijn vooral de mannetjes die hier het eerste komen. Zij zijn het snelst. Ze beginnen meteen te eten van de insecten die in de lucht vliegen. Ze hoeven alleen maar hun snavel open te houden om lekkere muggen en vliegen te vangen. Het nest van vorig jaar is er gelukkig nog. Daar kunnen ze even uitrusten en wachten op de vrouwtjes. De mannetjes en de vrouwtjes ontmoeten elkaar boven het meer. Je ziet er dan ook verschillende paartjes die hun paringsdans doen. Zwaluwen zijn zangvogels. Je kunt ze herkennen aan hun lange puntige staarten. Het zijn net dirigenten in een rokkostuum. Er zijn wel 88 verschillende soorten zwaluwen. Maar de boerenzwaluw zie je het meest. Ze maken hun nestjes vaak bij boerenschuren. Die nestjes maken ze van modder en strootjes. Het mannetje en het vrouwtje bouwen samen aan het nest, maar het vrouwtje heeft de leiding.
Zwaluwen zoeken elkaar graag op. Ze nestelen samen en af en toe moeten ze hun nest beschermen tegen al te opdringerige buren. Dit is de gierzwaluw. Ze hebben een kortere staart en geen rode vlek rond de snavel. Gierzwaluwen maken een nestje helemaal tot aan het plafond met daarin een kleine opening. Kiekeboe! Na ongeveer een week is het nest van de zwaluw klaar. En kunnen de eieren gelegd worden. Een zwaluw legt zo’n drie tot zes eieren. Het vrouwtje is de enige die ze warm houdt. De babyzwaluwen die uit het ei komen zijn eerst nog blind. Ze steken meteen hun hongerige snaveltjes omhoog en beginnen te schreeuwen om eten. Die worden dan weer gevuld door vader en moeder die druk aan het jagen zijn om de kleintjes te voeden. De kuikens groeien als kool. Na een paar weken passen ze nog maar nauwelijks in het nest. Maar ze kunnen er nog niet uit, want ze moeten eerst leren vliegen. Tegen de tijd dat het herfst wordt, kunnen ze net zo goed vliegen als hun ouders. En dat is ook wel nodig, want ze moeten op tijd klaar zijn voor de lange reis naar Afrika. Tot volgend jaar!