Het is kletspraat. De cijfers op de kaas vertellen hoeveel vet er in de kaas zit. Hoe hoger het getal, hoe meer vet. Maar hoe komen er nou die gaten in de kaas? Omdat uit te leggen moet je eerst weten hoe kaas gemaakt wordt. Aan melk wordt een beetje stremsel toegevoegd. Door deze vloeistof verandert de melk in een soort dikke yoghurt en een waterige vloeistof. Die dikke melk noemen we wrongel en de waterige vloeistof wei. Als de kaasmaker kaas met gaten wil maken, gooit hij ook een vloeistof met melkzuurbacteriën door de melk. Deze bacteriën maken van de suikers in de melk, melkzuur. De melkzuurbacterie eet de melksuikers en laat daarbij kleine scheetjes. Al deze scheetgasbelletjes worden samen grote bellen. Als de wrongel langzaam een rijpe en stevige kaas wordt dan blijven die gasbellen steken. Je ziet ze pas als je de kaas doorsnijdt: allemaal gaten. Lekker hoor die bacteriescheetjes.
