Ik ben in Japan, in de provincie Fukushima. In 2011 is hier een hele heftige kernramp geweest. Daar achter me ligt de kerncentrale, Dai-ichi. Na een zware zeebeving is er een tsunami ontstaan, een vloedgolf die over de centrale heen is gespoeld. De centrale is daarna ontploft.
Door de ontploffing zijn er gevaarlijke deeltjes vrijgekomen. Als je langere tijd met die deeltjes in aanraking komt, dan word je ziek. De gevolgen van de ramp zijn enorm. In een gebied vier keer zo groot als Amsterdam moesten alle 170.000 bewoners meteen vertrekken. De vrijgekomen radioactieve deeltjes uit de kerncentrale leveren kankerverwekkende straling. Sommige deeltjes blijven dat honderden jaren doen.
Dichterbij dan dit kunnen we niet komen. Je kunt alleen in de buurt komen van de kerncentrale als je daar werkt. Eigenlijk mogen we hier ook helemaal niet zijn, die man wordt heel onrustig, dus ik denk dat we moeten gaan.
Op weg naar Tomioka valt het me op dat straten en winkels zijn afgezet. De huizen zijn verlaten en overwoekerd door onkruid. Overal is politie om mensen buiten het gebied te houden.
Op deze kaart kun je zien hoe de straling zich verspreid heeft. Hier ligt de kerncentrale, de wind kwam van deze kant en de straling is dus vooral hierheen gewaaid. In dat donkere rode gebied is de straling het krachtigst. Hoe verder je naar buiten gaat, hoe minder sterk die wordt.
Na de ramp zijn sommige gebieden schoongemaakt. Die hebben de kleur groen gekregen. In het oranje gebied zijn nog gevaarlijke delen en rood is verboden gebied.
En het bizarre is dat er hier midden door Tomioka een grens loopt. Daar is de rode zone, daar kunnen de bewoners de komende 100 jaar niet terugkeren. En hier waar ik loop, dit is een oranje zone. Als ze willen, kunnen ze hier dus weer komen wonen. Heel raar om dit zo te zien. Maar ook de rode zones zijn nog niet opgegeven en worden schoongemaakt. Zodat 't geen 100 jaar meer duurt voordat mensen terug kunnen keren.
Radioactieve straling vind je overal. In de natuur komt het voor, bij jou thuis, op straat, echt overal. Over 't algemeen is dat niet eng of gevaarlijk. Eerder normaal omdat 't dan maar zo weinig is. Je kan het meten. De hoeveelheid straling druk je uit in Sievert en meet je met dit apparaatje, een geigerteller. Deze borden kom je overal tegen in dorpen en dus ook langs wegen. Hierop kan je zien hoe sterk de straling is. Het is nu tussen de 0.1 en 3.1 in dit gebied. En daaraan kan je ook zien dat het niet overal hetzelfde is. Volgens de Japanse regering is alles onder de 3.8 veilig. Hier meet ik op dit moment 0.36 microsievert per uur. Valt op zich nog wel mee. Maar ja, als je hier kijkt, er zijn ergere tijden geweest. De straling was hier heel hoog. De mensen zijn gevlucht. De auto's hebben ze achtergelaten en die staan er nu nog steeds. Niemand heeft ze ooit nog opgehaald.
Nou, we meten hier hele hoge waardes. 14 microsievert per uur. We zijn vlakbij de kerncentrale. Dit is het hoogste wat we tot nu toe hebben gemeten. Voor de duidelijkheid: Die straling komt niet meer van de kerncentrale, maar die is door de ramp over 't hele gebied verspreid. Dat zit in plantjes, in zand, in bomen. En als er zo'n radioactief deeltje in je komt, bijvoorbeeld via je mond, dan blijft dat in je lichaam stralen. Vandaar dat ik dus ook dit mondkapje op heb. Ik sta hier nu maar eventjes, dan is 't niet zo'n groot probleem. Maar als je hier woont en je wordt elke dag blootgesteld aan die straling, dan is 't niet gezond en wordt het een probleem.
We zijn nu in een verlaten school. Dus laten we effe op expeditie gaan. Eens was dit gebouw gevuld met honderden kinderen. Totdat het alarm afgaat en iedereen alles achterlaat, alsof ze morgen terugkomen om hun spullen op te halen. Sinds 2011 is er niemand meer geweest. Dit is het ultieme bewijs. Deze kalender staat nog op de datum van de ramp. 11 maart 2011. En dan ineens hoor ik een muziekje. Dat is de schoolbel die na de ramp nog elke dag aangeeft dat 't pauze is. Ik meet hier 0,1 microsievert per uur. Niet heel gevaarlijk. Dat is ver beneden de norm van 3.8. En hier in de stad Tomioka mogen de mensen ook terugkeren naar hun huizen. Maar jonge gezinnen nemen liever geen enkel risico en komen niet terug.
De Japanse regering heeft de afgelopen jaren duizenden mensen ingeschakeld om rond de dorpen en ook in de bossen de bovenste aardlaag weg te scheppen. Want aan de oppervlakte, de bovenste 15 centimeter, is de meeste straling. In al deze zakken zit radioactieve grond. In dit gebied staan wel 9 miljoen van dit soort zakken. Daardoor is 't op die plekken veiliger. Maar dan de volgende vraag: Waar laat je al deze zakken gevuld met radioactieve grond? Daar wordt nog steeds heel hard over nagedacht en aan gewerkt. Ze weten het nog steeds niet helemaal.
Als we verder weggaan van de kerncentrale komen we in steden waar het leven gewoon doorgaat. Maar ook hier zijn ouders die zich zorgen maken over het stralingsgevaar. Zij nemen geen enkel risico met hun kinderen en daarom doet ze wekelijks een meting. Ik zie geen kind in de kinderwagen en vraag aan hem wat hij gaat doen. Hij vertelt me dat ze op drie verschillende hoogtes straling meten. Op 10 centimeter voor baby's. Op 50 centimeter voor kinderen en op een meter voor volwassenen. Hij doet dat omdat straling meestal wordt gemeten op een meter boven de grond. Kinderen spelen juist dichtbij de grond, waar de straling het sterkst is. Als ze door het park lopen, zien ze op het scherm een kaart van het park waarbij de hoeveelheid straling op drie verschillende hoogtes is gemeten. Het hoogste dat er gemeten wordt, is 1.2. Volgens de regering is dat veilig. Maar deze ouders vinden het niet veilig. Daarom laat ze hun kinderen hier niet spelen.
Omdat sommige ouders buiten spelen voor hun kinderen een te groot risico vinden, zijn er zelfs speciale binnenspeelplaatsen.
Nog steeds wordt de fabriek dag en nacht gekoeld met water, anders zou hij weer ontploffen. Ook staat het gebied nog vol zakken vervuilde grond waarvan niemand weet waar die naartoe moeten. Iedereen denkt na over oplossingen. Er wordt onderzoek gedaan. Als er oplossingen gevonden worden, hoeven we misschien geen honderden jaren te wachten voor mensen terug kunnen naar de nu nog vervuilde gebieden.