Vroeger waren kassamedewerkers er maar druk mee. Product na product, prijs na prijs: allemaal moesten ze een voor een met de hand worden ingevoerd. Dat kan sneller, dachten Norman Woodland en Bernard Silver. De Amerikaanse studievrienden bedachten daarom in 1948 de streepjescode. Toen nog een ronde, maar al snel zou ie recht worden. Een streepjescode bestaat, de naam zegt het al, uit heel veel streepjes. Meer streepjes dan je misschien denkt. Elk zeven streepjes, wit of zwart, staat voor een getal. Zo is dit streepjestaal voor één en dit voor drie. Al die streepjes samen vormen dus een code die ook de kassa kent. Zo'n vijftig jaar geleden werd het systeem in een Amerikaanse supermarkt voor het eerst gebruikt. Het eerst gescande product: dit pakje kauwgom. Een paar jaar later was Nederland aan de beurt. Een pak koffie kreeg hier de eer om als eerste langs de scanner te gaan. Daarna zijn we nooit meer gestopt met scannen. Zo worden er nu wereldwijd iedere dag ruim 6 miljard streepjescodes gescand.