In december 2019 duikt het op in de Chinese stad Wuhan. Het is dan niet meteen duidelijk dat het om het coronavirus gaat en ook niet hoeveel mensen besmet zijn. Er worden grote maatregelen genomen. De stad wordt afgesloten. Omdat meer mensen ziek worden gelden die regels vanaf eind januari voor heel veel grote steden China. Scholen worden gesloten en miljoenen mensen gaan niet naar hun werk. Winkels en grote gebouwen blijven dicht. Het virus verspreidt zich door Azië. Cruiseschepen daar met mensen die ziek zijn mogen niet aanleggen in havens. Ook wordt er steeds minder gereisd. In februari worden in Italië veel mensen ziek. In het noorden van het land worden dorpen afgesloten. Toeristen gaan er weg. Later gaan in heel Italië de scholen dicht, net als heel veel winkels. Italianen blijven zo veel mogelijk binnen, je ziet bijna niemand meer op straat. Op 27 februari wordt de eerste Nederlander ziek. Een man uit Noord-Brabant. In de dagen die volgen blijken meer Nederlanders het virus te hebben. Zij, en mensen om hen heen, moeten binnenblijven. Thuisisolatie heet dat. Om anderen niet te besmetten.
Deskundigen noemen het virus nu een pandemie. Dat betekent dat het virus over de hele wereld voorkomt. Ook in Nederland loopt het aantal besmette mensen op. Dus worden de regels steeds strenger. Eerst alleen voor inwoners van Brabant, maar daarna voor alle Nederlanders.