Rotterdam, zeventig jaar geleden. In de haven komen de eerste schepen met Molukkers aan, 3578 militairen die in Indonesië onder de Nederlandse vlag hebben gevochten en hun gezinnen. In totaal 12.500 mensen komen tijdelijk naar Nederland. "Hier geen golvend landschap met door de zon beschenen sawas, hier alleen maar vlak laagland onder laaghangende, grauwe regenwolken." Maar tijdelijk werd definitief. Er wonen nu ruim 70.000 Molukkers in Nederland. De eerste generatie, hun kinderen, hun kleinkinderen en de kinderen van de kleinkinderen. En met een bijzondere status. Er zijn namelijk verspreid over Nederland Molukse wijken. Gebouwd voor Molukkers, de enige bevolkingsgroep in Nederland die zoiets heeft. En daar kom je niet zomaar tussen. "U wil geen, laten we zeggen, niet-Molukse Nederlanders in de wijk? Die zijn er inmiddels wel, maar ze zijn wel getrouwd met een Molukker of Molukse. Dan mag het wel? Ja." Maar tussen deze schepen en deze wijken zit een bijzonder verhaal met ook donkere bladzijden. Molukkers kennen die geschiedenis wel, maar veel anderen vaak niet of vaag. Die hele zeventig jaar geschiedenis in een paar minuten kan eigenlijk niet. Toch weet je na deze video een stuk meer.
"Zo vergeet je ook niet waar je vandaan komt." Met wat hulp van Ruth. "Ik ben Ruth, ik ben derde generatie van de Molukse gemeenschap en mijn opa en oma kwamen in de jaren vijftig naar Nederland en mijn opa was een KNIL-militair." Dit zijn de Molukkers in Nederland.
Om het verhaal te kunnen snappen moet je vooral ook de rol van Nederland kennen in de geschiedenis van wat nu Indonesië heet. Een geschiedenis van koloniale bezetting, extreem geweld, de Tweede Wereldoorlog en de jaren daarna van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Nederland staat er niet goed op. Niet voor niets maakte koning Willem-Alexander, weliswaar driekwart eeuw na de onafhankelijkheid, officieel excuses namens de Nederlandse staat aan Indonesië. "Spijt en excuses voor het excessieve geweld van de Nederlanders in die jaren." Over die jaren maakten we eerder al deze explainer.
Maar de rol van de Molukkers, da's een verhaal apart. En daar pakken we 'm op.
Nederland heeft in de koloniale tijd een lange geschiedenis met deze eilanden binnen de Indonesische archipel, de Molukken. Ze waren erg belangrijk voor de VOC vanwege onder andere de handel in specerijen. Door de aanwezigheid van de Nederlanders werden ook allerlei gebruiken overgenomen, bijvoorbeeld religieus. Ongeveer de helft van de Molukkers is protestants. In de Tweede Wereldoorlog volgt de Japanse bezetting. Na de Japanse capitulatie wil Nederland zijn koloniale macht herstellen. Maar Indonesië wil onafhankelijkheid. In die strijd vechten Molukse beroepsmilitairen onder Nederlandse vlag in het koloniale leger, het KNIL, tegen Indonesië. Nederland verliest die strijd en geeft de soevereiniteit over. Een deel van de Molukkers wil niet opgaan in Indonesië en roept in 1950 een eigen onafhankelijke staat uit, de Republiek der Zuid-Molukken, RMS. Tussen de Molukse militairen en de Indonesiërs neemt de spanning toe, het wordt steeds moeilijker om de laatste Molukse militairen in Indonesië te demobiliseren, op te heffen als strijdkrachten. Ze willen niet overstappen naar het Indonesische leger, maar ze kunnen ook niet terug naar huis. Uiteindelijk geeft Nederland ze de opdracht om maar voor een poos naar hier te komen. Echt een keus was er niet. En dat is dit moment 70 jaar geleden. 12.500 Molukkers komen aan in Nederland om hier tijdelijk te verblijven. Met tegenzin, ook van Nederland. Ze worden direct uit hun dienst ontslagen en ze worden ondergebracht in zogeheten woonoorden, kampen. Ook in voormalig concentratiekampen, zoals in Westerbork en Vught. De omstandigheden in deze woonoorden zijn zwaar. Grote families in kleine ruimtes en weinig gemakken en geïsoleerd in een kamp. Tijdelijk verblijf betekent ook geen integratie of inburgering en geen werk. Als groep blijven de Molukkers daardoor buiten de Nederlandse samenleving staan. Ze voelen zich ontheemd. Ze zijn geen Indonesiër en geen Nederlander. En dan te bedenken: "De Molukker heeft zoveel jaren voor de Nederlanders gevochten. Gedood, gestorven, voor de Nederlanders, voor de Nederlandse vlag. En wat doen zij voor ons? Ze zijn rijk geworden van de Molukken. Ik vind dat Nederland ons heeft bedrogen.
"Ik moet hier echt van huilen. Dit is dus familie van mij. Het doet me echt wel goed dat ik dat dan weer zie. Ja, wat ik van het filmpje voel, is heel veel pijn. Ze vertellen over hun komst en aankomst in Nederland. Hoe dat was voor hen. Ze kwamen in barakken terecht. En ja, het was natuurlijk koud. Het zijn houten barakken. Je hebt ongedierte, kakkerlakken die daar rondlopen. Je woont met z'n allen op een kluitje en altijd in hun achterhoofd hebben ze gehouden: 'Ja, we gaan terug', en dat hebben ze ook altijd gedacht. En ondertussen, ja, 70 jaar verder. Dat is dan wel een dikke teleurstelling als je verwachtingen anders zijn."
Terug naar toen. Wat rest is een hele bevolkingsgroep vol boosheid en verdriet, die de hoop op een eigen thuisland ziet vervliegen, terwijl de droom om terug te keren blijft. "Deze kist is nooit meer open geweest sinds hij hier in 1951 aankwam, want hij ging ervan uit dat het maar een tijdelijk verblijf was."
Maar een tijdelijk verblijf werd langzaam een definitief verblijf, want ze kunnen nog altijd niet terug omdat de RMS, de Molukse republiek, nog steeds niet vrij is. Dus wat nu? Die woonoorden konden door de slechte omstandigheden echt niet meer. De Nederlandse regering besluit Molukse wijken te bouwen, dichterbij werkgelegenheid, maar waar ze wel bij elkaar kunnen wonen. Omdat de Molukkers dat willen en voor het behoud van hun identiteit en cultuur. In totaal worden tot in de jaren 70 in zo'n zestig gemeenten van die wijken gebouwd. Van klein tot groot. Vaak aan de rand van een stad of dorp. De wijken groeien uit tot een soort eigen Molukse eilanden binnen de Nederlandse samenleving. Opener dan de woonoorden, maar nog steeds geïsoleerd. Ook autoriteiten en politie komen er niet zomaar. En zo krijgt de Molukse gemeenschap een bijzondere positie in Nederland. Die gedeelde geschiedenis, identiteit en omgeving verklaart die hechte Molukse cultuur, tot aan generaties daarna.
"Eigenlijk alle blauwe huizen die je hier ziet, daar wonen de Molukse mensen. Typisch aan een Molukse wijk is eigenlijk saamhorigheid. De deur staat altijd voor iedereen open. Dan kom je eigenlijk altijd wel bij elkaar over de vloer. Het voelt als familie eigenlijk. Je ziet iedereen altijd, je groet iedereen altijd. Als je hier binnenrijdt dan zie je al die kleuren natuurlijk. Dat zijn onze vier kleuren van de vlag. Met heel veel trots laten we die altijd zien om toch verbonden te blijven. Zo vergeet je ook niet waar je vandaan komt en zo vergeet je ook niet wat je geschiedenis is."
Even terug naar de jaren 60, 70 nog. Terwijl Molukkers worden overgeplaatst naar die wijken, groeit onder de tweede generatie het ongenoegen over het uitblijven van steun aan de RMS. Zij vinden dat hun vaders zijn belazerd door de Nederlandse overheid. En als in 1966 Indonesië de Molukse leider Soumokil executeert, is de maat vol. Geradicaliseerde jonge Molukkers, opgegroeid in de kampen, zetten met veel geweld de Molukse zaak op de kaart en bij die confrontaties vallen meerdere doden.
Een tijdlijn. Het begint met een brandstichting in de Indonesische ambassade in Den Haag. Dan volgt de bezetting van de ambtswoning van de Indonesische ambassadeur in Wassenaar. Er is een plan om koningin Juliana te gijzelen, maar dat wordt verijdeld. Er is een treinkaping bij Wijster en het Indonesisch consulaat in Amsterdam wordt bezet. In 1977 volgt de bezetting van een basisschool in Bovensmilde en vindt de beruchte treinkaping plaats bij De Punt, waarbij het leger wordt ingezet en dat eindigt in een bloedbad. En als laatste is er nog de bezetting van het provinciehuis in Assen. Maar al dat geweld brengt niemand iets goeds, zien ook veel Molukkers. Vanaf eind jaren 70 richten ze zich meer op rechten en vrijheden en kleinschalige ontwikkelingshulp op de Molukken zelf. Ondanks de nog altijd levende droom over een terugkeer, groeit het besef dat hun toekomst en die van hun kinderen in Nederland ligt. En er verandert meer. Er komen verbeteringen in de wijken en met de jaren komt het uiteindelijk toch van integratie. Een aantal wijken verdwijnt ook. Langzaam hielden Molukse organisaties op te bestaan en Molukkers verlieten de wijken ook voor werk, studie of om een gezin te stichten. De laatste jaren zien we juist weer een herwaardering van de wijken als plekken waar de Molukse identiteit en geschiedenis is verankerd. De Molukse gemeenschap en Nederland komen nader tot elkaar. Belangrijk daarbij is de zogeheten gezamenlijke verklaring uit 1986. Deze overeenkomst betekende een jaarlijkse uitkering voor de eerste generatie, de komst van een Moluks museum, een banenplan voor jonge Molukkers en geld voor het opknappen van de Molukse wijken. En respect en dank voor wat de eerste generatie voor Nederland heeft betekend - "voor de Nederlandse vlag" - en de jongste generaties gewoon een plek in Nederland hebben.
"De droom van mijn grootouders om toch nog naar huis te gaan, voor hen naar huis, is voor mij denk ik wel wat anders geworden na zoveel generaties, omdat... Ik ken niks anders dan hier, dan mijn leven in Nederland."
Dit is in het kort het verhaal van de Molukkers, tot de dag van vandaag, waar we zien dat de open wonden van toen iets meer lijken te veranderen in littekens. Tot zover.