Voor deze brandweermannen in Twente blijft het vandaag bij een oefening. Het is dan wel kurkdroog, vandaag is er geen brand te bekennen. Maar als het mis gaat dan staan deze mannen paraat. Zij zijn van de Hand Crew. Ze zijn extra getraind om lopend, vlakbij het vuur, in actie te komen. Als we met de Hand Crew op pad gaan dan nemen we ook altijd een container mee. We hebben de bijlen, de harken, een paar watertanks zodat de mensen die de waterzak op de rug hebben niet te ver hoeven te lopen. Je moet je voorstellen dat dit terrein verbrand is. Dat zie je dus nu niet. Maar het voer gaat ook de grond in. Dan krijg je grondvuurtjes, hotspots. Je krijgt boomstammen zoals je daar ziet, die aangetast zijn. Die blijven gewoon nasmeulen. En die maken we dan uit, op deze manier, zoals je nu ziet. We krabben gewoon de laag eraf totdat je bij de smeulende laag komt. Met heel weinig water kunnen we gewoon effectief te werk gaan. Maar het liefst wil de brandweer Voorkomen dat ergens een grote brand uitbreekt. En daarvoor gaan ze vaak de lucht in. Henk Peters speurt natuurgebieden af, op zoek naar rook Hoe eerder je de brand lokaliseert, dus tegenkomt, en kunt melden hoe sneller je kunt aanpakken. Dus eigenlijk de eerste slag moet je meteen al in het begin kunnen slaan. En vanuit een vliegtuig kun je dat prima zien. Want code oranje is linke soep, toch? Ja, Code Oranje en Code Rood is natuurlijk heel gevaarlijk. Waarom? Er wordt gemeten voor temperatuur, de droogte van bosgebieden en de heides...en dan moeten we dus oppassen met het vuur in de natuur. Om nou te weten hoe droog het echt is, staan overal in ons land dit soort meetstations verspreidt. En die meten bijvoorbeeld de windrichting en de windsnelheid. Maar het allerbelangrijkst is dit stukje hout. Hoe droger het hout, hoe groter de kans dat vuur zich makkelijk verspreidt. Sensoren geven door hoe droog het hout is. En dat krijgt de brandweer live binnen. Zo kunnen ze precies zien waar het gevaarlijk kan worden. Want gevaarlijk is het. Dat bleek bijvoorbeeld drie jaar geleden, op de Veluwe. De brandweer had dagen nodig om te blussen. Het gebeurde allemaal vlakbij deze camping in Otterlo. Er kwam op een gegeven moment heel veel rook op de camping. We begonnen dat ook te ruiken en de kampeerders en kinderen vroegen allemaal: Wat is dit? En daar zijn we met z'n allen heel erg van geschrokken. Want we wilden niet dat die brand de camping bereikte. Gelukkig gebeurde dat niet, maar sindsdien hebben ze wel goed nagedacht om alles zo brandveilig mogelijk te maken. We willen hier een open ruimte hebben tussen het bos en de camping. We weten dat naaldbomen die je daarboven ziet, met die naaldjes, heel erg goed branden. En we hebben geleerd dat loofbomen, zoals hier de lijsterbes en op de camping de beukjes, die branden niet. Of in ieder geval veel slechter. Een open weg, andere struiken en bomen, het kan allemaal helpen om verspreiding van een brand te stoppen. Ook de Hand Crew heeft manieren om vuur tegen te houden. De een krabt de bovengrond los en de andere die krabt het andere naar de veilige zijde toe. Dus niet naar de brandzijde. Zand brand niet, dus de brand zal hier stoppen. We hebben ongeveer tien groepjes, die achter elkaar gewoon werken en kunnen we echt meters maken. Dat kan met ongeveer 240 meter per uur. En terwijl zij dan bezig zijn, worden brandweerwagens naar de juiste plek gestuurd om te blussen. En dan komt het vliegtuig weer van pas. Ik kan een brandweerwagen vanuit de lucht aansturen, van: waar is de brand. Op brandweerwagens staan ook nummers, op het dak zit een nummer.. Dan ga je zeggen: ja euuuhhh... nummer 33, linksaf. Ja, bij wijze van spreken kan ik rechtstreeks contact opnemen met de brandweerwagen die op dat terrein rijdt. Bij de camping op de Veluwe denken ze verder na om de boel veilig te houden. Met het zwembad bijvoorbeeld. Want dat is niet alleen leuk, maar ook nog eens handig voor de brandweer. Dan kunnen ze het zwembad leegpompen om de brandweerauto's te vullen en de brand te blussen. Weinig gevaar dus voor vuur hier op de camping.