Jaarlijks komen er in Nederland zo'n 120 mensen om door moord of doodslag. Het precieze tijdstip van overlijden is voor de politie cruciale informatie om erachter te komen wie de dader zou kunnen zijn. Tot nu toe was dat vaak nog een ruwe schatting, maar dat kan binnenkort veel preciezer. Hoe vaak moeten jullie ter plaatse komen? Ter plaatse komen bij een moord, zo'n 120 keer per jaar. Dat schommelt een beetje over de jaren. Maar dit wordt breder gebruikt dan alleen moord en doodslag. Als iemand bijvoorbeeld onder verdachte omstandigheden onderaan de trap ligt, ja, we weten niet op een moment dat we op een plaats recht komen of dat het moord of doodslag betreft. Dus het zou zomaar kunnen dat we misschien wel 5000 onnatuurlijke overlijdens hebben in een jaar. In de meeste gevallen wordt het tijdstip van overlijden door de politie ingeschat. Chris neemt Elisabeth mee naar een oefenplaats delict waar een moord in scene is gezet. Ja, ze heeft iets om haar nek. Ik zie hier allemaal spullen omgevallen, dus het ziet eruit alsof er een worsteling is geweest. Bij ingewikkelde zaken wordt de politie bijgestaan door het Nederlands Forensisch Instituut. Wetenschapper Martin Roos komt zelf geregeld op een plaats delict. En jullie worden dus ook gevraagd voor een precieze bepaling van het tijdstip van overlijden. Waarom is dat zo belangrijk in het onderzoek? Nou, je kan je voorstellen op moment dat de tactiek weet wanneer iemand overleden is of wanneer iemand ongeveer overleden kan zijn, een bepaald tijdsframe. Hoe korter dat tijdsframe is, hoe beter zij, hoe gerichter zijn hun onderzoek kunnen gaan doen. Pas op, het is een beetje een raar gezicht. Ja, het is best een beetje freaky ja. Ja. Wat zou jij nu doen op een plaats delict? Nou ja, op het moment dat we dus de tijdstip van overlijden moeten gaan bepalen, dan wil ik best graag een rectale temperatuurmeting maken. Ik wil weten wat de omgevingstemperatuur is. Die gaan we meten. En ik wil dus uiteindelijk ook weten hoe zwaar het lichaam is. De afkoeling van een lichaam is dus cruciaal om te bepalen hoelang geleden iemand is overleden. Biofysicus Maurice Aalders legt het principe van warmte-uitwisseling tussen verschillende materialen uit. Daarvoor hebben we een paar blokjes hebben we wat warm gemaakt. Het bovenste blokje ligt op metaal en het onderste blokje dat ligt nu op vloerbedekking. Ja. Nou wat we zien is dat dat bovenste blokje, dat gaat zo warmte afgeven aan die metalen plaat. Dus we zien nu die warmte in die metalen plaat gaan. En dat gebeurt natuurlijk ook als een lichaam op een vloer ligt die makkelijk warmte op kan nemen. Dit blokje, dat blijft eigenlijk veel warmer. Dus dat blokje, dat ligt op vloerbedekking, op een isolerende ondergrond en het kan in de forensische praktijk natuurlijk ook voorkomen. En wat we hier zien is, is het verschil in snelheid van afkoeling en deze gaat veel sneller naar de omgevingstemperatuur terug. En je ziet dus dat die de warmte afgeeft aan die ondergrond. Ik wil jou vragen of je even op je rug wil gaan liggen, je armen een beetje langs het lichaam, benen gestrekt. Nou, dit is natuurlijk een houding waarbij je dus het lichaam niet altijd aantreft. En zeker dit is de meest ideale houding. Maar wat we ook wel eens hebben, dat is bijvoorbeeld dat iemand bijvoorbeeld in de foetushouding ligt. Anne, wil je nou misschien voor mij even gaan doen? Even in die foetushouding te liggen. Kijk en dan zie je al gelijk dat dat lichaam een stuk compacter wordt. Dat er wat minder raakvlak is met de lucht. En dan kan je je voorstellen dat die afkoeling dan toch effe iets anders gaat. Ja. Dus dit willen we heel graag ook in beeld brengen en hier gaan we dan rekening mee houden. De nieuwe methode gebruikt vijf thermobuttons om de temperatuur van het lichaam te meten. Deze buttons worden op het hoofd, de borst, de buik, een been en een bovenarm bevestigd. Nu kan er een 3D-scan van het lichaam worden gemaakt met behulp van de exacte locatie van de buttons en tientallen overlappende foto's van het lijk. Dit is mijn eerste keer in een mortuarium. Hier liggen nu allemaal mensen. Ja, hier liggen de lichamen van mensen die zich ter beschikking hebben gesteld van de wetenschap. Wat was jullie rol hier in het project? Eigenlijk het unieke van waar we nu zijn, het Amsterdam UMC, heeft een body donation programme. Dat is ons grote winst geweest. En het mooie is dat wij op heel veel verschillende lichamen die hier binnenkomen van mensen die zich ter beschikking hebben gesteld van de wetenschap, kunnen wij metingen doen En de lichamen komen daar binnen.
Warm, nog? Nog warm. Ja, het is een beetje luguber. Dan komen wij hiernaartoe en dan kunnen we gelijk die metingen doen die we nodig hebben voor ons model. Als iemand klein is en heel tenger koelt natuurlijk anders af dan wanneer iemand fors is. ,En dat leggen wij wel allemaal vast. Dus ieder lichaam heeft z'n specifieke snelheid van afkoelen. Ja en dat is zo mooi dat we dat hier natuurlijk kunnen, eigenlijk testen. We hebben we hebben aan de hand van de gegevens die we hebben gemeten hebben ons model ontwikkeld. Maar we hebben natuurlijk ook een hele grote validatieset meten. Dus in welke houding die ook ligt, hoe die ook ligt, hoe groot die is, wat het formaat van het lichaam is. Dat brengen we allemaal in ons computermodel. En dan kunnen we heel nauwkeurig uitrekenen hoe snel dat specifieke lichaam in die specifieke situatie afkoelt. Oke, nou wat we hier zien het model, het 3D-model van Anna. En als je goed kijkt dan zie je de thermobuttons op haar bovenarm zitten en die zien we eigenlijk ook hier terugkomen. Je ziet de liniaal mooi terugkomen. Ja. Het is vrij grof. Is dat erg? Nee, in principe niet. Het programma wat een programma eigenlijk nodig heeft is puur alleen maar de omtrekken van het lichaam. Ja dus. We willen precies de de afmetingen van dat lichaam meten. Ja, en dat is eigenlijk al voldoende voor het programma. Precies. Hoe bepaal je nou op basis van die foto's de afkoeling van het lichaam? Dat lijkt me heel ingewikkeld. Met natuurkundige wetten kunnen we eigenlijk niet goed beschrijven hoe dat afkoelt. Je kan allerlei simpele geometrie, je kan het wel uitrekenen, bolle cilinders, maar van een lichaam niet. Dus de truc hier is om dat hele complexe lichaam onder te verdelen in hele simpele blokjes. Dus digitaal hakken we dat hele lichaam plus omgeving, hakken we op in allemaal kleine blokjes. Dus er zijn blokjes die beschrijven die beschrijven dat is weefsel, dit is lucht. En dit is weefsel, dat is lucht. En dan gaan we gewoon per blokje bekijken hoe snel de warmte-uitwisseling is met de buurblokjes. Blokjes dan heb je dus de vijf blokjes in de vingers en dan twintig blokjes in de handen en dan kun je allemaal gaan door. En dan kunnen we dus kijken hoe wat de warmteverdeling is na een seconde. En dat doen we dan voor ieder tijdspunt. Het maakt helemaal niet uit hoe dat lichaam ligt. Dan wordt dit een blokje weefsel en dat een blokje lucht. We kunnen alle lichamen in alle houdingen met alle soorten postuur kunnen we beschrijven. En dan puur op basis van natuurkunde kunnen we dan die afkoeling beschrijven. Denk je nou dat er meer moorden opgelost kunnen worden met dit programma? Of het er meer zijn dat durf ik niet te zeggen, maar wat ik wel denk is dat het de politie gaat helpen om die tijdsframe waarin ze moeten gaan zoeken naar he wat er gebeurd is dat dat steeds nauwer gemaakt kan worden waardoor ze zich veel meer op dat stukje kunnen concentreren. Dus je durft te zeggen meer maar misschien wel sneller. Misschien wel sneller. Oke. Nauwkeuriger.