Dit zijn Maarten en Jutta, ze zitten op hockey. Wat heb je daarvoor nodig?
Een stick.
En een bal.
En een bitje.
Scheenbeschermers.
Onze teamkleding.
En…?
Ons hockeyteam!
Jaaaa!!!
Je kunt alleen sporten, maar ook samen. Dan speel je in een team. Dit is het hockeyteam van Jutta en Maarten.
Je speelt in het team, dus je moet ook leren samenspelen, dat je niet alles alleen doet. In je eentje kan je helemaal niks, maar met zijn tweeën kun je veel meer dan in je eentje.
Op school heb je ook vriendinnen, maar dan heb je op je club ook vriendinnen.
Hoe vaak trainen jullie samen?
Heel vaak.
Heel vaak.
Iedere week wel eens.
Zolang mogelijk.
Ja, en we doen leuke dingen met zijn allen.
Teamsport doe je dus samen, want als je alleen het hele veld over moet rennen, is het erg saai.
Joepie, 1-0. Samenspelen is veel leuker!
Jaaaaa!!! Hèheee!
In je eentje kun je nooit een heel team aan.
Als je samen speelt, ben je veel sterker.
Jaaaaaaaa!!!
Met zoveel spelers op het veld moet iedereen weten waar hij staat. Want als je allemaal in het doel zou gaan staan, dan zou het een saai spelletje worden. Daarom heeft iedereen een eigen plek op het veld.
Ik ben keeper van het team en ik moet alle ballen stoppen.
Ik ben voorstopper en ik sta dus in het midden van het veld, en ik houd de bal tegen, maar ik moet ook aanvallen.
Ik ben spits, ik sta voor en ik moet de bal in het doel slaan.
Ik ben rechtsvoor en ik sta rechts op het veld, en ik moet scoren in het andere doel.
Ik sta linksachter en vlakbij het doel, en ik moet de ballen naar de zijkant spelen.
Ik ben laatste vrouw, ik sta voor de keeper en ik moet de ballen van de tegenstander afpakken.
Jaaaa!!!!!