Vanaf de 8e eeuw wonen de Noormannen in Scandinavië. Ze zijn meestal boer, maar door schaarste trekt een deel er per schip op uit. Zij worden de Vikingen genoemd en met hun ‘drakenschepen’ trekken naar Europa. Daar plunderen ze steden, roven ze voedsel en kostbaarheden en soms steken ze de steden in brand. Vooral in Engeland krijgen de Vikingen zo voet aan de grond maar ze komen ook naar Nederland. Tussen 834 en 863 wordt Dorestad, waar nu Wijk bij Duurstede ligt, meerdere malen geplunderd. Na verloop van tijd worden de rooftochten minder en wordt afpersing een belangrijk middel om geld te verdienen. Steden betalen de Vikingen om zo plundering te voorkomen. Rond 1100 komt er een eind aan de macht van de Vikingen. De steden weten zich beter te verdedigen en veel Noormannen bekeren zich tot het christendom.