Vanaf 1920 worden de eerste radio-omroepen in Nederland opgericht. Iedere bevolkingsgroep, ook wel een zuil genoemd, krijgt zijn eigen radio-omroep. Vanaf 1948 start de firma Philips met het experimenteren met televisie. Drie jaar later nemen de omroepen het over en richten ze de Nederlandse Televisie Stichting op. Nu is er ook televisie voor iedere zuil. De eerste tv-toestellen zijn klein met zwart-wit beeld en toch erg duur. Vanaf de jaren zeventig komen er ook kleurentelevisies op de markt. De tv wordt goedkoper en voor steeds meer mensen toegankelijk. In het begin is er nog maar één zender op tv, maar dat zijn er steeds meer geworden. Tegenwoordig is het televisieaanbod heel breed en wordt video niet alleen meer op tv gekeken.