Het verplaatsingsnetwerk is een wereldwijd systeem, opgebouwd uit knooppunten die ook wel hubs worden genoemd met daartussen transport- en communicatielijnen, de spokes (de spaken).
Het verplaatsingsnetwerk is onderverdeeld in verschillende verkeersstromen.
Als eerste heb je de lokale verkeersstromen. Die vinden plaats in het gebied waar het product wordt geproduceerd. Ze lopen vanaf de boer die het basisproduct levert naar een regionaal knooppunt. Een distributiecentrum voor aanvoer en opslag. Dit vervoer gaat meestal via de weg.
Vanaf deze regionale knooppunten worden de producten via weg, spoorlijn of water verder getransporteerd naar de continentale knooppunten. Dit zijn de regionale verkeersstromen. Deze eindigen dus bij een eindhaven zoals bijvoorbeeld St Louis...
Daar zorgt men voor de distributie, groepage en overslag naar een intercontinentaal knooppunt. Deze intercontinentale knooppunten zijn mainports met aansluiting op meerdere transportmogelijkheden zoals wegen, spoorlijnen, kanalen, luchtvaart en zeevaart. De stromen van de continentale knooppunten naar de intercontinentale knooppunten worden de continentale verkeersstromen genoemd. Het intercontinentaal knooppunt zorgt voor overslag, groepage en distributie van de producten.
De mondiale verkeersstromen tenslotte gaan dan ook tussen deze intercontinentale knooppunten onderling. In Europa is dat Rotterdam.