Moet je je voorstellen. In een tijd waar alleen dit, dit en dit werd gebouwd, stond er in Rotterdam ineens dit gebouw. De eerste moderne villa van Nederland. Gebouwd in 1933 voor de heer Sonneveld. Het heet inmiddels ook het Sonneveldhuis. Het bijzondere aan dit gebouw is dat er moderne fratsen die we nu nog steeds gebruiken, voor het eerst in dit gebouw werden toegepast. Nieuw aan het huis was de manier van bouwen. Meestal werden en worden huizen als volgt gemaakt: Met bakstenen worden er draagmuren gemetseld en die draagmuren moeten het dak dragen. Het lastige van die constructie is, is dat als je de ramen te groot maakt, het dak instort. Architecten Brinkman en van der Vlucht gebruikten iets veel moderners: het staalskelet. Het mooie van de staalskelet is dat het helemaal open is. Je hebt dus geen grote muren nodig om het dak te dragen want dat doet het skelet. En je kunt de ramen zo groot maken als je wilt want ze hoeven niks te dragen. Dat deden de architecten ook. Veel ramen, veel licht en veel ruimte. Die manier van bouwen had de architect ook toegepast in de fabriek waar meneer Sonneveld directeur was: de van Nelle fabriek. Een heel mooi licht en open gebouw. Voor die tijd super modern. Nieuw was ook de garage in het huis. De architecten begrepen dat de auto het vervoermiddel van de toekomst was en ze bouwde een speciale drive-in woning. Je reed naar binnen met je auto, stapte uit en je was meteen midden in je huis. Ook nieuw: balkons. Heel veel deuren naar buiten. Op die manier haal je de natuur als het ware naar binnen. Dat was ook precies het idee van de architect. Als je binnen bent, ben je gelijk ook een beetje buiten. Nieuw is ook de binnenkant van de woning. Hij is super praktisch ingericht. De hele inrichting is gebeurd in overleg met de architecten en het mooie is, de hele inrichting is nog in tact. Veel meubels en lampen zijn van de beroemde meubelontwerper Gispen. Iedere kamer heeft zijn eigen kleurencombinatie. Alles is heel precies op elkaar afgestemd. Sonneveld was gek op techniek. Het huis zit dan ook helemaal vol met technische snufjes die voor die tijd bijzonder waren. Iedere kamer heeft een eigen telefoon, overal was elektrisch licht en door het hele huis liep een oproepsysteem voor de bediendes. Maar helemaal bijzonder, let op, de douche met 10 douchekoppen. Kun je het je voorstellen, nu nog heel modern, maar dit komt uit 1933.