Rond het jaar nul heet dit stuk water hier ten zuiden van Stavoren geen IJsselmeer maar Lakens Flevo. En het is dan nog een binnenzee. Dat komt omdat dat stuk water daar dat is er dan nog helemaal niet. Het is een drassig grasland met in het midden een getijdengeul, het Vlie, die de zee met het Lakens Flevo verbindt. Door het Vlie varen de Romeinen met hun schepen naar de Noordzee, Engeland en Scandinavië. Het Vlie loopt zover we nu kunnen reconstrueren zo'n beetje vanaf het IJsselmeergebied ter hoogte van het huidige Enkhuizen langs Stavoren verder naar het noorden. Mensen wonen dan pas weer een paar honderd jaar in dit gebied. Ze hebben ontdekt dat ze door het graven van geulen en sloten de drassige veengrond kunnen ontwateren. Ook leggen ze klepduikers aan, gemaakt van uitgeholde boomstammen. Hiermee kunnen ze water uit het gebied naar lagere delen spuien of naar een waterloop sturen. En zo wordt het land bewoonbaar en kan het worden bewerkt. Van het oorspronkelijke landschap is misschien niet zo heel veel meer te zien maar tijdens graafwerkzaamheden zijn er archeologische vondsten gedaan. Sporen uit de IJzertijd en Romeinse tijd die langs het IJsselmeer zijn gevonden.
De periode dat hier mensen kunnen wonen is trouwens maar kort. Vanaf het jaar 200 na Christus wordt het klimaat weer warmer en beginnen ijskappen en gletsjers te smelten. Het IJsselmeer gebied wordt door de almaar stijgende zeespiegel natter en natter en in de laaggelegen delen woont er dan bijna niemand meer. De binnenzee wordt steeds meer verbonden met de Noordzee en net als nu hebben ze dus te maken met de stijgende zeespiegel. Maar ik hoop dat er met het moderne waterbeheer van vandaag de dag hier wel gewoon kunnen blijven wonen.