De Europese moerasschildpad komt in sommige landen in Zuid Europa nog voor. De naam zegt het al: het is een moerasbewoner. Hij kan goed zwemmen en duiken, maar moet wel regelmatig naar boven om adem te halen. Hij gebruikt zowel zijn achterpoten als zijn voorpoten om te zwemmen en te sturen.
Een moerasschildpad is veel platter dan een landschildpad en is zo beter gestroomlijnd. De stroomlijn is belangrijk, omdat de schildpad daardoor sneller kan zwemmen. De poten zijn kort en stevig. Tussen de tenen van voor- en achterpoten zitten zwemvliezen. Hij houdt zijn ogen onder water open, als hij al zwemmend op zoek is naar eten.
Hier vindt hij een dood visje, dat met smaak naar binnengaat. Moerasschildpadden kunnen zich ook op het land goed redden. Ze komen vaak aan wal om een zonnebad te nemen. De ultraviolette straling zorgt, dat het dier genoeg vitamine D kan maken.