Eind 16de eeuw komen de Nederlandse gewesten in opstand tegen de heerschappij van Spanje. Maar in 1583 slaan de Spanjaarden terug. Onder leiding van Landvoogd Farnese rukken de Spanjaarden op in de Zuidelijke Nederlanden. De hoofdstad van de nieuwe republiek Antwerpen wordt belegerd. De Burgemeester van de stad, Marnix van Sint Aldegonde, staat voor de zware taak de stad te verdedigen.
In 1583 begint de nieuwe Spaanse Landvoogd Alexander Farnese vanuit het Zuiden aan een opmars en veroverd verschillende Vlaamse steden. Hij wil ook kustgebieden in handen krijgen, de monding van de Schelde en vooral het kroonjuweel van de opstand: Antwerpen. Begin juli 1584 bereikt hij de stad en begint de omsingeling.
Antwerpen ligt daar?
Ja, Antwerpen ligt ginder achter die grote bocht, nog een heel eindje terug. We kunnen er van hier spijtig genoeg niks van zien, ook om de grote industrie die er staat.
Hoe zag het er hier in 1585 uit?
Wel, voor dat Farnese in deze streken kwam, was het allemaal landbouwgebied. En wanneer Farnese hier arriveert…
Dat is het Spaanse Leger hier?
Het Spaanse Legerhoofd, dan ga je zien dat hij op 2 jaar tijd een enorm gebied onder water zet en hij gaat dus Antwerpen trachten uit te hongeren hè. Hij wil het volledig afsluiten en zorgen dat er geen voedsel binnenkomt.
Ook een manier om niet te hoeven vechten?
Uiteraard. Een heel gemakkelijke manier om geen mensenlevens verloren te laten gaan. Ze duurt alleen iets langer.
Is dat ook humaan, moet je dat humaan noemen?
Ergens wel hè. Het is altijd mensenlevens sparen wat hij deed hè. Hij was wel streng, maar hij was niet zoals bijvoorbeeld Alfa, die maakte er gelijk korte metten mee. De volgende stap die Farnese dan zet is een brug te bouwen tussen Antwerpen tussenin in één van de meanders van de Schelde. Een brug die op 33 schepen wordt gelegd waar 10.000 bomen worden voor gekapt en 1500 scheepsmasten worden voor gebruikt. En waartussen de twee forten uit één grote batterij van 96 kannonnen op staan.
En die hele Schelde is dus letterlijk dichtgegooid?
Dichtgegooid.
En dit is de brug van Farnese?
Ja, geweldig hè?
Geweldig?
Ja, het is een prachtig bouw, het is een briljante krijgsheer was het.
Het is een esthetisch genot!
Ja. Ik denk ook als je de opbouw ervan volgt en als je eroverheen mag lopen, het was ook echt het fungeerde als een brug en een blokkade tegelijkertijd. Het was ook als een manier om de stroom af te sluiten, het was nog nooit goed gelukt. En dit is nou een perfect bouwsel met vaste stukken en de getijdenstroom was heel sterk in Antwerpen, maar dus het gewoon het deinde helemaal mee. En dan zie je dat hier is het onder water gezet om het, nou ja, moeilijker te maken om een blokkade te hebben. Met lage bootjes kon men er wel over, maar het is de grote boten met proviand en wapens en manschappen, ja, die konden er gewoon niet meer door.
Hier op de toren van de Kathedraal was dé plek waar Antwerpenaren konden toekijken hoe hun stad langzaam werd ingesloten door de Spanjaarden. Landerijen rondom onder water gezet, de weg over land was afgesloten en even kijken, daar in de verte in een bocht van de Schelde, daar konden ze zien hoe er werd getimmerd aan die brug van Farnese. Dag aan dag konden ze kijken hoe dat werk vorderde. Maar de meeste Antwerpenaren waren er betrekkelijk laconiek over. Een brug over zo’n breedte en dan met de getijden mee; dat kon toch niet bestaan?
De Brug van Farnese, daar varen we nu net overweg, daar lag ze vroeger.
We waren er nu overheen?
We waren er nu overheen, net in de meander van de Schelde. Je kon in Antwerpen gewoon niet komen, die brug sloot het hele gedeelte af van de Schelde zo’n 720 meter brug tussen twee forten. Het was een utopie om daar naartoe te varen, dat bruggeheel te vernielen, men heeft dat geprobeerd, men heeft zelfs vanuit (…) brandschepen gestuurd naar die brug, op drift gezet, op het laatste moment allemaal van boord gesprongen om die brug te laten exploderen. Er is een gedeelte vernield geweest op een gegeven moment door één van de brand-schepen. Het kostte op dat moment zelfs de Spanjaarden 800 man. Er was een enorme immense klap. Maar de brug was niet genoeg vernield en, ja, verder is er nooit nog een poging gewaagd om die brug ergens te vernielen. En op dat moment eigenlijk verliest Antwerpen zijn waarde en wordt het in principe een stervende stad.
Voilà, het is de eerste bladzijde. De mooiste bladzijde is eigenlijk de laatste en dan heeft ie nog eens dus 1585, Alexandre, het is dus Alexander Farnese, dit ziet u daar.
Een F aan het eind?
Ja, Farnese, en hier hebben we F. de Marnix, Fillips van Marnix.
Ik zit te kijken naar die haastige krabbel van Marnix. In wat voor gemoedstoestand moet hij dat hebben ondertekend, dat stuk?
Ik denk dat hij er zich heel goed van bewust was, dat zijn beslissing de weg van het minste kwaad was. Dus wat hij absoluut wilde vermijden is een plundering door die Spaanse soldaten van Antwerpenaren en daarom heeft hij dus gekozen voor de weg van de onderhandelingen. Ik denk dat er vele Antwerpenaren hun leven te danken hebben gehad aan die beslissing van Marnix, want in dat verdrag staat bijvoorbeeld dat Protestanten nog 4 jaar lang in de stad mogen verblijven, hè, dat zij gerust zullen gelaten worden en dat ze dan na 4 jaar moeten beslissen of ze zich bekeren of dan zouden uitwijken. Dus eigenlijk voor die tijd is dat verdrag heel tolerant.
Daarna vertrokken heel veel mensen uit de stad?
Ja, dat klopt.
Wie waren dat?
Ja, dat waren eigenlijk niet de eersten en de besten, het waren dikwijls rijke mensen die ook dynamische handelaars, kooplieden, dus die dat document van Antwerpen veroorzaakte een echte braindrain naar het Noorden. En niet alleen brains, maar ook kapitaal.
Geld, kennis, handel?
Ja. Vertrokken allemaal naar het Noorden. Ja.
Maar kun je dan niet zeggen dat dit stuk daarmee begon in het Noorden, onze Gouden Eeuw, dat dit stuk de geboorteakte is van onze Gouden Eeuw?
Ja, dat zou je eigenlijk kunnen zeggen, dat is waar. Ja, dit is het begin van de Gouden Eeuw in de Noordelijke Nederlanden.