Aan de Prinsengracht in Amsterdam ligt de bekendste onderduikplek ter wereld: het Anne Frank Huis. Tussen 1940 en 1945 zijn de Duitsers de baas in Nederland. Joden, Sinti en Roma worden vervolgd om wie ze zijn. De nazi's in Duitsland, onder leiding van Adolf Hitler, vinden hen minderwaardig. Mensen die zich tegen de Duitsers verzetten en mannen die niet voor ze willen werken, worden niet vervolgd om wie ze zijn, maar om wat ze doen. Heel veel mensen lopen dus gevaar om door de Duitsers te worden opgepakt. Ze moeten vluchten en zich verstoppen: onderduiken. Anne Frank zit hier ondergedoken, in het achterhuis van het bedrijf van haar vader. Omdat ze Joods is. Hier schrijft ze ook haar wereldberoemde dagboek. Ruim twee jaar lang zit ze hier. Al die tijd moet ze doodstil zijn en mag ze niet naar buiten. In 1944 gaat het toch mis: De onderduikers worden ontdekt door de Duitsers. Ze worden gedeporteerd naar concentratiekampen. Kijk, dit was Annes kamertje. Met zelfs nog haar eigen plaatjes. Anne sterft in februari 1945 in kamp Bergen-Belsen, een paar maanden voor het einde van de oorlog. Ze is dan pas 15 jaar. Van alle acht onderduikers hier in het Achterhuis overleeft alleen haar vader het, Otto Frank.