Het zonnetje schijnt. Ricky, wat is je vraag? Hebben wij het probleem van de plastic soep ook in Nederland? Dan moet je me even vertellen wat plastic soep is. Wij gooien heel veel plastic op straat. Dat komt door de rivieren, 't water en de wind allemaal in de zee. Oke, en dat is plasticsoep? Ja. Niet iets wat je eet, dus? Nee. Check. Ik denk dat we voor het antwoord het water op moeten. Heb jij waterbenen? Ja, denk 't wel. Oké. Die kant op, naar het schip. Dit zijn dus de plekken waar de zeestromingen... de meeste plastic bij elkaar brengen. Maar zit het dan alleen maar in de oceanen? Ja. Hoe zit het dan met onze Nederlandse zee? We hebben zeker ook plastic in de Nederlandse zee. 80 procent van het plastic wat je in de oceaan vindt, komt van land. Het begint eigenlijk in Nederland. De Nederlandse wateren... hebben nog veel meer plastic deeltjes dan het oceaanwater... omdat daar veel meer water inzit. Dus dat is veel meer vermengd. Schip ahoi, op zoek naar plastic. Zie jij plastic? Ik niet. Ik ook niet. Roos, hoe zit dat? Zo ziet 't er vaak uit vanaf het schip. Hartstikke mooi, lekker om in te zwemmen. Maar we vinden toch eigenlijk op al onze tochten plastic. Schijn bedriegt, helaas. Is het dan schadelijk voor de vissen die daar leven? Je ziet dat vogels, vissen, schild- padden en walvissen doodgaan... omdat er meer plastic in hun lichaam zit dan eten. Ik denk uiteindelijk dat voor ons die ophoping niet veel goeds kan doen... als je ziet wat 't doet met de dieren in de zee. Er is onderzoek dat als jij van mosselen houdt en ze vaak eet... dat je dan per jaar 11.000 stukjes plastic binnenkrijgt. Oh.... Wat blijft er over? 60 procent blijft zitten... of vinden ze niet meer terug. O, mijn god. We willen weten hoeveel plastic er in de Nederlandse wateren zit. Daarom gaan we het zeven. Wordt vervolgd. Dit is Gerben. Hij is wetenschapper bij de Technische Universiteit in Delft en maakt bioplastic. Dat is plastic dat uiteindelijk vanzelf afgebroken wordt. Zo wordt de plasticsoep niet nog groter. Dat bioplastic maakt Gerben van bacteriën. Die haal je gewoon uit de sloot. Een mooie vangst. Ja, hoppa, slootwater. Ik heb wat slootwater meegenomen met zo'n miljard bacteriën. Gaan we dat drinken? Nee. Er zit ergens... tussen de bacteriën één hele dikke bacterie. We denken dat die dikke bacterie dit water heel erg lekker vindt. Dit is eigenlijk afvalwater wat van een grote industrie afkomt. En dat water, dat... Stinkt. ...stinkt nogal 'n beetje. Oh, die komt laat binnen! Ik ga bijna over mijn nek. Er zijn dus bacteriën die dat echt HEEL lekker vinden. Dat kan ik me niet voorstellen. Dat is helemaal waar. Dat vieze spul vindt-ie zo lekker dat-ie dat zo snel eet... dat hij niet vermenigvuldigt, maar heel dik wordt. Die dikke bacteriën hebben een soort vetlaagje. Dat vetlaagje is voor ons als mens heel interessant. Dat vet is bioplastic. Dat zijn dus twee goede dingen: Afvalwater wordt schoon... en daarnaast maak je dus bioplastic. Dat gaan wij nu doen. Jij mag kiezen: Wil je 't vieze spul of het slootwater erin gooien? Ik ben aardig voor jou. Ik doe wel 't vieze water. Aaaa. Jij bent lief! O, dit is echt zó smerig. Moet-ie helemaal vol? Giet maar door. Doe even normaal, oh... Het is goed zo. Daar zitten genoeg bacteriën in. De reactor is mooi dicht. De enige die nu aan dit spul kan eten, zijn die dikke bacteriën. Dan moeten we een maand wachten. Da's te lang voor deze aflevering. Daar draait een reactor die al 'n maand bezig is. Welke? Deze jongen, die pruttelt. Als je kijkt in de reactor zie je een aantal vlokjes. Dat zijn de hele dikke bacteriën die aan elkaar geplakt zijn. Van die vlokjes maak je dan het plastic? Inderdaad. Die vlokjes zijn dus bacteriën, met plastic. Onder de microscoop kunnen we dat goed zien. Heb je 'm? Ja. Licht uit. Dan kunnen we naar die dikke bacteriën kijken. Dit hele blobje is één bacterie. Wat zijn die witte dingen? Vet. Inderdaad. Wij willen het vet hebben, dus? Absoluut. Het vet is het bioplastic? Ja. We centrifugeren het, dan worden alle bacteriën tegen elkaar geplet. We halen het water eruit. Daarna koken we die bacteriën kapot. Dan gaan de bacteriën weg. Dan laat je het product drogen en dan hou je dit over: bioplastic. Wow, 't lijkt op havermout. Wat vind jij? Vind ik ook wel. Het bijzondere van dit plastic: Het is gemaakt door bacteriën. Als je dit in zee gooit, is dit binnen drie maanden weer opgegeten door bacteriën. Wauw, te gek. Er is dus een vervanger van plastic. Maar ondertussen drijft er nog veel echt plastic in het water. Dat waren we aan het vangen. Zie je de brij wat we hebben gevangen? Wat ik nu meestal doe, is met een pincet en een lamp... Dan kan ik uren zitten. Nee, joh! Zeker wel. Je schuift het met je pincet 'n beetje aan de kant. Wauw, dat is echt minuscuul. Goed zo, je hebt wat gevonden. Als jij twee deeltjes aan de oppervlakte vindt... dan betekent dat vaak dat je er 2.000 in de bodem vindt. Van 0 tot 10, welk cijfer geef je de wateren in Nederland? Dan is 10 schoon of vies? 10 is vies. Ik zou zeggen: 8. Oh... Krijgen we 't nog schoon wat er nu ligt? Ik denk niet dat het plastic wat er nu in de oceaan ligt allemaal opgeruimd kan worden. Ik hoopte te eindigen met een vrolijke noot. Het is vooral zaak dat wij zorgen dat het niet meer wordt. Dat is het allerbelangrijkste. Heb je antwoord op je vraag? Zeker. Ga je nu een duik nemen? Jij mag dat wel doen. Ik niet. Ik kan er heel erg in knijpen.