In de 12e en 13e eeuw kiezen steeds meer mensen ervoor om hun leven helemaal te wijden aan God. Velen gaan in volstrekte afzondering het klooster in, maar lang niet iedereen wil dat. Velen lossen dat op een eigen manier op, min of meer buiten de Kerk om, zoals de begijnen: gewone vrouwen die hier in een hofje bij elkaar woonden. Zo hadden ze intensief contact met elkaar, met zichzelf en met God. Religie is voor hen een zeer directe, persoonlijke beleving. De gezagsdragers in de Kerk maken zich grote zorgen. Het is te begrijpen dat deze mensen hun religieuze ervaringen onder woorden willen brengen, niet in het Latijn maar in het Nederlands van die tijd; het is zo nieuw en zo persoonlijk dat er eigenlijk geen woorden voor zijn, zeker niet in de officiële taal van de kerk.
Je leest dat ze heel even aanvoelen hoe de wereld precies in elkaar zit, of dat ze direct contact hebben met God. We noemen zulke ervaringen ook wel mystiek. Je komt de mystiek tegen in alle grote godsdiensten, steeds weer als een unieke ervaring van een gelovig individu. Voor een buitenstaander soms moeilijk te begrijpen. De begijn Hadewijch is zo’n mystieke auteur. Over haar leven weten we zo goed als niets. Ze leefde in Brabant, zoveel weten we wel, maar wanneer precies is onbekend. We denken in de dertiende of aan het begin van de veertiende eeuw. Wie destijds schreef over mystieke ervaringen werd door de kerkelijke autoriteiten met groot wantrouwen in de gaten gehouden en soms zelfs op de brandstapel gebracht. In de brieven van Hadewijch kun je lezen dat ze ook zelf gevaar liep. De visioenen, waarin ze haar ervaringen op schrift heeft gezet, vormen haar belangrijkste werk. In die visioenen kun je lezen hoe een jonge vrouw steeds verder komt in haar spirituele zoektocht. Het is alsof ze haar leven op aarde als een ballingschap ervaart, en alsof ze in de visioenen een signaal krijgt – een bevestiging dat ze niet voor niets zoekt.
De visioenen zijn soms hele sensuele teksten. Daarna kwam hij zelf bij me
En nam hij me helemaal in zijn armen en trok me tegen zich aan. En al mijn leden voelden zijn leden op een volmaakt bevredigende manier, zoals mijn hart begeerde, zoals ik als mens nodig had.