Vijfentwintig plus drie, twee onthouden, ehhh, o, was ik al begonnen?
Goedemiddag, goedenavond, eh goedeweetikveel, ik ben even bezig met rekenen. Het zit namelijk zo, vroeger was ik veel kleiner dan nu. Maar dat was ik even vergeten.
Ik had namelijk zin om weer eens te skaten zoals vroeger. Ik kon hard joh! Maar ik heb alleen een probleempje: ik pas mijn skates niet meer.
Vroeger waren mijn voeten veel kleiner. Ach, we worden allemaal groot.
Hier, mijn jongste broer Wiezeltje, moet je kijken wat een ukkie, en nu? Hij is een kop groter dan ik!
Kijk, je groeit zonder dat je het merkt. Je voelt het niet. Je merkt pas dat je groter bent geworden
als je op een dag je skates niet meer past.
Wacht eens, wacht eens eventjes allemaal. Ik ben zo terug hoor! Allemarters, wat ben ik toch slim...
Waar was ik? O ja, die skates.
Toen we klein waren ging mijn vader altijd mee skaten, dus ik dacht, misschien pas ik de skates van mijn vader wel! Daarom ben ik even naar hem toe gerend, mijn oude vader woont een stukje verderop!
En wat denken jullie? Hij had ze nog hoor.
Mijn vader haalde zijn skates uit een kist. Er zat een hele laag stof op.
En weet je wat mijn vader vroeg? Of hij met me mee mocht skaten. En ik zei: ‘Nee pap, daar ben jij toch te oud voor, dat is veel te gevaarlijk.’
Moeten jullie kijken, deze foto nam ik net.
Er komt een tijd dat je afscheid moet nemen, dat je dag moet zeggen tegen dingen, dat hoort nu eenmaal bij groeien en ouder worden.
Mijn vader heeft net ook afscheid genomen van deze oude rolschaatsen.
Zo gaat dat in het leven. Je zegt eerst hallo, en na een tijdje zeg je dag.
Wat is het al tijd? Nou, dan neem ik ook afscheid van jullie, hoor! Tot wezels!!!