Vandaag gaan we tellen tot en met 10 met… Lekker, fruit! Ben je er klaar voor?
Dan gaan we beginnen!
Bij het tellen van getallen komt er steeds 1 bij.
1 ananas, dat is niet zo moeilijk
Eén ananas is 1.
1 ananas. 1.
Hier hebben we 1 en nog 1 kers. Dat is 2 kersen.
Na de 1 komt 2. 2 kersen. 2.
En dit zijn 1, 2, 3 kromme bananen.
3 bananen. 3.
Hier hebben we 1, 2, 3, 4 sappige peren.
4 peren. 4.
We doen er een bij. 1, 2, 3, 4, 5 glanzende oranje sinaasappels.
5 sinaasappels. 5.
Dit zijn 1, 2, 3, 4, 5, 6 groene kiwi’s.
6 kiwi’s. 6.
Kijk! 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 kleine aardbeien.
7 aardbeien. 7.
En dit zijn 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 knapperige appels.
8 appels. 8.
Hier hebben we 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 blauwe bessen.
9 bessen. 9.
We doen er weer een bij,
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 druiven.
10 druiven. 10.
Zo, nu kennen we de getallen 1 tot en met 10! Dat ging snel. Hier komt ie nog één keer allemaal achter elkaar, tel je mee?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Geweldig. Wat een zijn jullie toch knappe fruitvriendjes!