Als je heel goed zoekt, dan kun je het geluk hebben, dat je iets vindt van heel lang geleden: fossielen. Dat zijn oude overgebleven resten van dieren of planten.
Deze versteende schelp is een ammoniet en wetenschappers denken, dat het dier er zo uitgezien heeft: een soort inktvis. Maar hoe weten ze dat nou? Nou, omdat de vorm van de ammoniet heel veel lijkt op deze inktvissoort: de nautilus.
Je kunt verschillende vormen fossielen vinden. Zo kunnen harde overblijfselen van dode dieren een afdruk achterlaten. Dit is een afdruk van een pijlstaartrog. De harde delen kunnen ook verstenen en zo zie je hoe het dier er écht heeft uitgezien, zoals deze ammoniet.
Een fossiel ontstaat doordat er bijvoorbeeld een vis doodgaat. De zachte delen zoals de huid verdwijnen, maar de harde delen zoals het bot blijven liggen. Er komt een laagje zand of modder op de botten terecht en de botten maken dan een afdruk. En wat er overblijft, is een fossiel.
Deze wetenschappers doen onderzoek naar verschillende soorten fossielen. Op een eiland bekijken ze overblijfselen van vogels die er vroeger geleefd hebben. En één van de wetenschappers heeft geluk: hij vindt een oud ei dat een vogel ooit heeft gelegd.
We hebben een prachtig fossiel-ei hier!
Dit is een versteende schaal van een ei van waarschijnlijk wel 15 miljoen jaar oud! En het is heel bijzonder, dat dit zo goed bewaard is gebleven. Inmiddels is het steenhard geworden. De wetenschappers hopen te kunnen achterhalen welke vogel dit ei gelegd heeft.
Met materiaal uit: Beagle - In het kielzog van Darwin.