Wetenschappers zoeken naar oplossingen voor onze stijgende vleesconsumptie. Aquacultuur, kweekvis kan een oplossing zijn. Maar hoe doe je dat zo duurzaam en diervriendelijk mogelijk? Overbevissing, illegale visserij en destructieve vismethodes zorgen ervoor dat het inmiddels met bijna de helft van alle vissoorten slecht gaat. En dat schuurt met onze groeiende visconsumptie. Want wereldwijd eten we er inmiddels 180 miljoen ton van en dat komt neer op zo'n twintig kilo per persoon per jaar. Ter vergelijking: in de jaren zestig was dat tien kilo. De visconsumptie is dus verdubbeld. In grote delen van de wereld is het de belangrijkste bron van dierlijk eiwit. Hoe zorg je er nu voor dat 1: de groeiende wereldbevolking vis kan blijven eten? En 2: de vissen in het wild beschermd worden? Kan dat? Sommige wetenschappers denken van wel. Door meer in te zetten op kweekvis, aquacultuur. Zij noemen dat de blauwe revolutie. Waar we met name naar willen kijken is dat we een beter begrip willen hebben van hoe goed kunnen ze hun voeder verteren? Want hoe beter ze het kunnen verteren, hoe minder mestproductie je uiteindelijk hebt, hoe minder afval je van de hebt eigenlijk als het ware. Bioloog Jelle Busscher begon zijn eigen duurzame viskwekerij en kweekt hier de beekridder, een zalmachtige vis die voorkomt in onder andere Scandinavië. We controleren vaak vissen even op uiterlijke kenmerken, Wat is ie mooi, wat glimt ie mooi, wauw. Wat doe jij anders? Wij hebben eigenlijk een eigen waterzuivering in de kwekerij zitten. En wat maakt dat verschil? Is dat je veel beter veel meer controle hebt over je water en dat je ook veel beter, minder impact op het milieu hebt. Je bent begonnen als bioloog. Ja klopt. En nu kweek je vis. Ja. Voor consumptie. Strookt dat wel met jouw biologische inborst? Ja, ik heb altijd een zwak voor vis gehad en ik wou daar altijd wat mee doen. En ik ben eigenlijk ook mijn idealisme hieraan begonnen. En tegelijkertijd ja, als je kijkt in die bakken, het is natuurlijk geen fjord van Noorwegen. Ik bedoel, het is toch ook een soort van kleine bio-industrie die je hebt. Het is een hele intensieve kweek, maar de soort vindt het heel fijn om in een hechte groep te zitten. De scholen vormen de vis en daarom is ie ook zo geschikt voor deze kweekmethode. Voor ons lijkt het een onnatuurlijke omgeving. Maar wij kunnen wel een omgeving creëren waar zij zich fijn in voelen, zoals goede waterkwaliteit, goede omstandigheden, goed en kwalitatief voer. En je moet dus zien wat wij hier nu kweken hoef je ook niet uit de natuur te halen, dus daar ontlast je de natuur of milieu in de zee ook weer mee. Frank Meijboom is hoogleraar ethiek. Hij specialiseerde zich in de relatie tussen mens en dier. Hoe meer we weten over vissen, hoe meer dat ons verplicht om over hun welzijn na te denken, zegt hij. Zo is inmiddels bekend dat vissen het stresshormoon cortisol aanmaken als ze onverdoofd geslacht worden. Vissen kunnen wel degelijk pijn lijden, althans voor degenen die we hebben onderzocht, wat je daaruit ziet dat ze reageren op pijnprikkels en niet alleen maar uit een soort stimulus respons. Dus er gebeurt iets en je reageert zoals je misschien ook zelf als iets heel heet is, dan trek je onmiddellijk je vingers weg. En dat is een respons. Maar wij hebben op dat moment daarna krijg ik een pijnervaring. We hebben ook bij vissenonderzoek gezien dat ook vissen echt wel pijn kunnen ervaren en daar ook hun gedrag op aanpassen. En dat betekent net zo goed als dat we die discussie met de veehouderij hebben dat we ook bij de vissen moeten gaan kijken. Wat is nou een dierwaardige houderij in dit geval van vissen? Hoe maak je het vissen naar de zin en hoe doe je dat met zo min mogelijk schade aan het milieu? Aan de Radboud Universiteit in Nijmegen houdt Wouter Mes zich met die vraag bezig. Wat je hier ziet is een pendelopstelling waarin in het aquarium zitten de vissen en die kunnen zichzelf voeden door middel van deze pendel. Dus als de vis tegen de pendel aan zwemt zoals je hier ziet, dan komt er uit deze bak hier voeren en dat eten ze op, dus ze kunnen zelf beslissen, de vissen, wanneer ze eten. En op die manier kunnen ze sneller groeien en stoten ze minder stikstofafval uit. Hoe minder afval in het water, hoe beter het voor het welzijn van de vis is. Dit zijn de vissenkieuwen. Die zitten natuurlijk aan de zijkant van de kop van de kieuwen. Die bestaan uit vier delen. Hier hebben we er twee van. Het recept voor schoner water zit niet alleen in de hoeveelheid voedsel die vissen eten, de kieuwen blijken ook van essentieel belang. Als een vis eet, komt er ammoniak vrij en het blijkt dat in de kieuwen van de vissen bacteriën leven die dat schadelijke ammoniak aanpakken. Wat wij uiteindelijk graag zouden willen doen met deze dieren is dat we de bacteriën die in hun kieuwen zitten uiteindelijk kunnen kweken, zodat we als een soort van probiotica kunnen toevoegen aan vissen die deze bacteriën misschien niet hebben. Dan kunnen we, waarschijnlijk hoeven we minder gebruik te maken van de filtersystemen die wij daaraan moeten hangen, dus dan gebruik je al iets meer het natuurlijke biofilter van de vis. Drie tot vier keer zoveel vis moet je kweken als je de wereld wilt blijven voeden. Dat betekent dat de vis vooral bestaat op een manier die wij willen, naar onze eigen wensen. Het aanpassen van dieren heeft denk ik aan twee kanten roept dat vragen op. Aan de ene kant welzijn en het andere, en dat is veel meer te maken met een houding die we hebben ten opzichte van dieren die zegt van ja maar waarom willen we dat dier nou zo nodig aanpassen? En dat start heel vaak vanuit het idee dat dat dier er voor ons is. Het is een instrument en wij willen graag eten en daarom starten we met het kweken van vissen en dat toont eigenlijk te weinig respect voor wat we dan noemen de intrinsieke waarde. Dus de eigenwaarde van die vis.