Jongens, we gaan eens even kijken wat dit verhaal is. Ga jij maar eens even zitten. Fietsen, fietsen, fietsen. En knal over de stoep, race door onze straat. Fietsen, fietsen, fietsen, ik ga nog veel sneller als ik op de trappers sta! Mama roept me na “pas je wel op voor poezen en honden en voor wandelaars?”. Ik roep “jaha!”. “Die mama van mij ziet overal gevaar, natuurlijk gaat het goed, want ik kan niet alleen fietsen, fietsen, fietsen, ik kan ook keihard ieieieie! remmen als het moet”. “Kijk eens wat ze schrikken, ohohohooo”. Wat een goed verhaal. Kijk hier: de katten en de honden, die springen alle kanten op. Wie wil het verhaal uitblazen? Ik! Ik! We doen het omstebeurt. Yeah. Mooi zacht. Mooi zacht. Dag! Tot de volgende… …keer! Ja.