♪Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?♪
Ik zet ‘m hier neer.
Hallo allemaal.
En dan mogen jullie door te voelen één voor één raden wat erin zit.
Eerst ik!
Mooi, ik ben benieuwd. En jongens, wat voelen jullie?
En, wat denk je?
Wat voel je nou?
IJstoren.
Een ijstoren?
Ja.
Jongens, is het koud? Is het koud?
Ja, het is koud!
Ja?
Koud, ja, ijskoud.
IJskoud?
Oh, iets kouds.
Is het hard of is het zacht?
Hard.
Hard.
Een ijsboot.
Een ijsboot?
Ja.
En voel eens, voel eens onder…
Jullie moeten maar even voor mij voelen, want ik kan er niet zo goed bij.
Wat denk je dat erin zit?
Sneeuw!
Sneeuw? Het heeft wel wat met de winter te maken hè.
IJs waar je door kan zakken.
IJs waar je door kunt zakken?
Hm, dat is een mooie.
Het heeft inderdaad te maken met… Zullen we dan maar kijken?
Ja.
Tataah!
Hé!
Een eendje in ijs! Dat moet ik ook even voelen. Zo, die is helemaal vastgevroren.
Zit ie vast of zit ie vast?
Vast ja.
Vast hè?
Ja, die zit echt heel erg vast.
Hoe zouden we ‘m er nou uit kunnen krijgen?
Met een hamer.
Ja.
Gewoon met een hamer erop slaan en hij is kapot.
Ja, dat kan.
Ja, maar dan is ie meteen stuk.
Ja.
Zouden we het voorzichtig kunnen doen?
Ja, kijk, kijk, kijk!
Hé, hé! Hij komt uit zijn vormpje!
Ja.
Hielke eerst. Hielke eerst.
Ja, want met een hamer maak je misschien ook het eendje stuk.
Dit moet je zo doen en dan gaat ie zo omhoog.
Okay, moet Flip jou even helpen? Zo.
Oh, mag ik het doen.
Is ijs zwaar?
Ja. Ja, ik denk dat dat best zwaar is hoor.
Wow!
Hé, hij glijdt.
Oh, oh. Okay, Jesse, mag ik ‘m eens even? Is ie nou warm of is ie nou koud?
Hij is koud.
Het is ijskoud.
Hoe zouden we hem er nu uit kunnen krijgen zonder ‘m stuk te maken?
Zo, gewoon zacht.
Met een snij…
Zo, tok, tok, tok, tok, tok.
En dan ‘m een dag laten staan.
En dan, als ik ‘m een dag laat staan, wat dan?
Dan gaat ie smelten.
Ja.
Smelten?
Dat is een goed idee: laten smelten.
En dan gaat zo het ijs eraf en dan is ie kapot.
Wat slim zeg!
Moeten we kijken of ie smelt.
Loeka, kijk, zo.
Dan moet ie gewoon een tijdje in een bakje water liggen.
Kijk, hij smelt! Hij smelt!
Kijken wat er gebeurt.
Hij smelt.
Gaat het zo snel?
Als je die met je tong aanraakt, dat is lekker.
Ja. Ja, het is net een ijsco.
Volgens mij wordt ie al een beetje kleiner.
Dan gaat ie ook kapot.
Smaakt het lekker?
Jongens, jongens, kijk eens, ik heb iets nieuws. Weet je wat we doen? We zetten deze even aan de kant, die gaat langzaam smelten, zo, die zetten we daar.
Hè, ijsklontjes!
Wat zijn dat?
IJsklontjes
IJsklontjes heel goed. Wacht even jongens.
Dat voelen jullie snel!
Even het theedoekje ervan afhalen.
Knap hoor!
Ja! Die moeten we erin leggen.
Oh, oh, oh, hé, hé, Flip is een kussen.
Ja.
Okay, wie het langst een ijsklontje kan vasthouden.
Ik kan het heel lang. Het is heel koud, maar ik kan het heel lang.
Het wordt een beetje kleiner ook bij mij.
Hé, bij mij is ie zo klein geworden.
En waar gebruik je die eigenlijk voor?
Oh, wat koud.
Om mijn appelsap kouder te maken.
Om appelsap kouder te maken.
Ja, goed van jou zeg.
En als het weer lente wordt, dan…
Hé jongens, ik denk dat ik weet wie er gewonnen heeft.
Oh ja?
Oh ja, Flip de Beer!
Ja. Ja.
Flip de Beer natuurlijk.
Want ik had hele koude handen, dus dan smelt het niet zo snel.
Omdat ie nog niet gesmolten heeft en hij heeft ‘m al die tijd netjes in zijn handen gehad.
Ja. Oh kijk, deze zijn veel verder gesmolten zeg.
Zo, dankjewel. Ja, dat is natuurlijk de grote vraag.
Er is hier een ijshand.
Een ijshand?
Ja.
Ik heb een ijshand.
Wat is nou een ijshand? Oh, in een handschoen.
Mag ik hem een high-five geven?
High-five eens. En, is ie warm of is ie koud?
High-five. Ja, als het een ijshand is, dan is ie natuurlijk koud.
Het is een handschoen. Is ie warm of is ie koud, die handschoen?
Koud.
Ja.
Weet je wat we eens gaan proberen?
Nee?
Met een handschoen aan en dan kijken of ie nog steeds koud is.
Echt niet koud.
Wil je ‘m eens aan Olivier laten voelen?
En?
En Olivier, is ie koud of is ie warm?
Ik heb geen handschoenen aan, maar het is wel koud hoor.
Bij mijn handschoen is het warm.
Dus met je handschoen aan voel je geen kou?
Nee.
Doe het samen met Olivier.
Hij is, ja, heel erg…
Er zijn wat vingers zijn eraf.
Jammer.
Een bijna hele hand hè.
Nu heeft ie nog maar drie vingers.
En houd de hand eens omhoog.
Dan gaat hij ‘m laten smelten.
Dan gaat ie smelten, ja.
Oh, die is ver gesmolten! Kijk eens, hij gaat helemaal los!
Hé! Hé, hij is helemaal losgekomen! Hoe komt dat nou?
Het eendje is bevrijd!
Hij is gesmolten.
Hij is gesmolten.
Dat is goed nieuws!