“Ik verleid graag visueel”, zegt fotograaf Erwin Olaf, “als ik fotografeer, komt eerst schoonheid en dan het gevoel”.
Ik fotografeer erg op schoonheid. Lelijke dingen zie je af en toe op straat, maar kijk: mooi is natuurlijk een heel relatief begrip. Het heeft voor mijn gevoel niks te maken met een gebrek aan rimpels of aan een hele slanke lijn, mooi heeft voor mij te maken met, een gevoel van aangenaamheid om naar te kijken. Dus dat je graag naar een beeld kijkt. En soms, dan portretteer ik iemand en benader ik het toch wel een beetje zoals, schilders uit de Gouden Eeuw zal ik maar zeggen, die werkten vaak ook in opdracht. En die haalden ook kleine dingetjes weg bij hun opdrachtgevers, die laten we maar zeggen tijdelijke verstoringen van esthetiek waren.
Ik heb bijvoorbeeld Edwin van der Sar gehad, dan had ik een portret van hem gemaakt en tijdens het fotograferen, ik ging toen heel dichtbij, dat was een netjes portret, maar ik heb ook een vrij wild portret van hem gemaakt. Maar toen zag ik opeens, dat hij een enorm scheve neus had. En toen heb ik hem opgebeld en dan zeg ik van: “mag ik je neus rechtzetten, want ik word er echt knettergek van, die neus”. Toen zegt hij: “als ik ophoud met voetballen wilde ik ‘m toch al recht laten zetten, dus doe maar”, weetjewel. Maar bij het wat laten we maar zeggen actievere portret van hem, waar ik wat verder weg sta, heb ik die neus wel laten zitten, want dat valt dan toch niet op.
1, 2… zo, wat ben je groot! 1, 2… ah! Ah! Exact. En je mag ook naar de zijkant kijken. 1,2… ah! 1,2… ah!
Smaak, ja, dat is hetzelfde iets als schoonheid weetjewel, dat fladdert alle kanten op. En iedereen heeft zijn eigen smaak natuurlijk. Nou, zoals afgelopen week ben ik naar een tentoonstelling in Brussel geweest, in het Paleis Voor Schone Kunsten, van de kunstenaar Jeff Wall, die fotografie gebruikt om op een totaal andere manier met geënsceneerde werkelijkheid om te gaan en zijn werk heb ik echt nooit goed begrepen, en daar had ik zelfs een behoorlijke aversie tegen. Maar na deze tentoonstelling en ik had het al een paar jaar eerder hoor, dat ik dacht: “God, waarom heb ik toch altijd een emotie als ik naar die man zijn werk kijk?”. En deze tentoonstelling, die was gecombineerd met zijn eigen werken in combinatie met werk wat hem beïnvloedde, dus uit het verleden, fotografie, schilderkunst uit het verleden, en dat was zó interessant, want daardoor zag je wat zo’n man beweegt om zijn eigen werk te maken. En opeens denk je dan: “ja, dit is toch een heel groot kunstenaar!”, weetjewel, “ook al heeft hij een andere smaak dan ik”.