Ik ben benieuwd wat we nu weer gaan doen.
Dit is een raar dier. En deze ken ik ook niet.
Ze hebben hier nog veel meer dieren. Vogels en kippen.
Nu gaan we naar binnen. He, ze hangen ondersteboven. Waarom zouden ze dat doen?
Bananen, en meloen! Ja, lekker, fruit.
Wat een lieve beestjes zijn dat. Ik ben niet bang voor ze. Ze kunnen zich heel goed vasthouden met hun pootjes.
He, een slang! Dag slang.
Gelukkig zit-ie in een glazen hokje, want ik ben best wel een beetje bang voor slangen.
Ja, ik ruik naar beer. Dit is een raar dier.
En deze ken ik ook niet.
En dit is een aapje. En dat is een schildpad, dat zie je zo!
Wat heeft ze nou bij zich? Een slang! Een echte slang!
Om je nek? Dat durf ik niet, denk ik.
Dag lieve slang. Hij is eigenlijk best lief.
Om m'n nek? Ik ben bang. He, het is helemaal niet zo eng. Het is eigenlijk best grappig. Nou ben ik niet meer bang voor slangen.
Kijk, ze hebben hier ook een heleboel spinnen. Hele grote spinnen.
Oh er beweegt er eentje, kijk maar.
Kriebeltje? Die ziet er wel leuk uit.
Welterusten kriebeltje, slaap maar lekker.
Oh, dat vind ik wel een beetje eng. Dat durf ik niet, denk ik.
Ik ben een held! Ik durf een spin vast te houden. En ik ben niet meer bang voor spinnen en slangen.
Dag! Tot de volgende keer!